Home
KASHBA Asiatica
Ais Loupatty
Ton Lankreijer
Staalstraat 6
1011 JL Amsterdam
Open 12:00 – 17:00
Zondag / Sunday 14:00 - 17:00
Contact:
31-20 - 6 23 55 64
06 - 588 41 370
Samuel van de Putte (1690-1745)
de jongeman die z’n geboortedorp Vlissingen verliet
en 27 jaar oostwaarts bleef lopen.
Nog steeds is ‘Marco Polo der Lage Landen’ alias ‘the Mandarin from Middleburgh’ tamelijk onbekend.
Na speurtochten door Frank Lequin en Albert Meijer in archieven als van Zeeland, de VOC, Jezuïeten en dergelijke, verscheen in 1987 ‘De onbedoelde publicatie van een restant’.
Een magere opsomming van gevonden feiten. ‘De rest van zijn leven kan nog slecht worden ingevuld door een historische roman,’ volgens de twee wetenschappers.
Maar waar was Samuel op welk moment, want hij reisde in een heel bijzonder tijdsbestek. Voor het eerst stonden alle werelddelen met elkaar in verbinding. Het was het begin van globalisering en kapitalisme.
Waarom verbrandde deze integere, scherpzinnige doorzetter vlak voor zijn dood al zijn aantekeningen, kaarten en journalen?
In alle bescheidenheid meen ik een aannemelijk antwoord te hebben gevonden.
Met evenzo welgestelde studievrienden vertrekt Samuel voor twee, drie jaar naar Italië. De wereld van De Groote Tour – ter lering en vermaak.
Over introductiebrieven aan voorstaande families, de eerste (reis)journalen en briefwisselingen met boze vaders die schande en
schade vrezen. Over Samuels afkomst en het familiefortuin uit het Zeeuwse zeerovers-milieu.
In Italië leest hij een van de eerste, gedegen reisboeken: de Giro del Mondo van Gemelli Careri.
Oversteek naar Constantinopel en Alexandrië. Afscheid van zijn vrienden in Aleppo. Alleen verder de woestijn in.
Aleppo: befaamd, rijk, cultureel centrum, gelegen op een kruispunt van karavaan-routes. De overlandse handelaren – met Venetië als einddoel –verliezen de markt aan zeevarenden dankzij gevonden zeeroute rond de Kaap.
Over kamelen, ezels,
generaties-oude handelshuizen, zandstormen, karavanserais in Isfahan, Bagdad, Samarkand en andere parels langs de zijderoute.
Oorlogen maar ook argwanende VOC ambtenaren dwingen hem van koers te veranderen en naar Zuid-India te trekken.
als VOC aandeelhouder het leven in de haven en waar zijn geld feitelijk vandaan komt.
sluikhandel, wordt weggewerkt of erger.
Ontmoeting met de nog jeugdige jezuïet Ippolito Desideri in Patna. Op diens advies verlegt hij z’n route naar Nepal en Tibet.
Samen met de Newarees Giovanni tekent Samuel de allereerste kaart van de Kathmandu-vallei, toentertijd Nepal geheten. Doordat hij moet wachten op het juiste jaargetij, leert hij het samen-raapsel aan koninkrijkjes goed kennen: de gewoontes, festivals en oorlogjes.
Met Newarese handelaren gaat hij mee over hoge passen naar Tibet. Over bescherming tegen sneeuwblindheid en het verzamelen van brandstof onderweg. Over yogi’s, pelgrims en hele dorpen die huis en
haard verlaten om de pelgrimage te maken. Over grotten, kloosters en tempels, dansende skeletten, luchtbegrafenissen.
Over de verschillen in (filosofische) opvattingen tussen de Tibetaanse koning, de groep kapucijners en de jeuzuïet Desideri.
Het dagelijks leven in Lhasa. Zijn intrek in het pas opgerichte medisch centrum op IJzerberg buiten de stad.
Samen met novicen trekt hij het landschap in om wilde kruiden te verzamelen. Samuel leert over technieken als de pols lezen etc.
Samen met een Newarese koopman maakt hij de eerste, gedeeltelijke kaart van Tibet. Uiteindelijk mag hij in het juiste seizoen mee met een groep voorstaande boeddhistische artsen in een karavaantocht naar Beijing.
Afzien tijdens de reis door de Mongoolse steppen. Via kloosters en ger-kampementen. Ondertussen tekent hij de contouren van het grote Kokonor-meer. De vooraanstaande lama-arts, zijn passe-partout om verder te kunnen reizen, sterft.
Pas na meerdere pogingen lukt het
hem om in vermomming Beijing binnen te komen. Echter, geen VOC in Beijing. Wel jezuïeten zoals de jonge, intelligente Antoine Gaubil die toch zo z’n bedenkingen naar Rome brieft.
Wegens oorlog lukt doorreizen naar Kanton niet. Het lijkt hem veiliger om met dezelfde lama-groep de terugreis naar Lhasa te maken.
Vlak voor het bereiken van Lhasa stapt hij over op een karavaan naar India. Hij gaat langs de heilige berg Kailash richting Ladakh en Kashmir en tenslotte Delhi.
Op een ochtend ontwaakt hij middenin de slachtpartijen van Nadir Shahs binnenvallende leger.
Zes weken later loopt hij door naar Agra, Patna en naar het ‘Europa aan de Hooghly rivier’. Hij bezoekt de VOC om een boot naar Batavia te regelen. Het ruim van het fluitschip blijkt voor de helft gevuld met opium.
De scheepsbemanning kijkt op naar de landreiziger met al zijn eigenaardigheden. De kapitein vertelt hem over de Chinezenmoord die drie jaar eerder delen van Batavia plat brandde. Maar ook over de corruptie en de strijd tussen twee gouverneurs-generaal.
Meteen na aankomst wil Samuel eigenlijk alweer weg: hier word je
slechts ziek. Net als op boten. Hij besluit over land terug te gaan en vertrekt naar Malacca.
Zijn magere gestel is echter niet bestand tegen het oerwoud nabij de grens met Siam. Hij keert per boot terug naar Batavia. Dagenlang ligt hij doodziek bij een VOC-ambtenaar in huis en neemt uiteindelijk een laatste besluit dat de wereld nog eeuwenlang zal betreuren.
All photographs and texts ©Kashba Ais Loupatty & Ton Lankreijer.Webdesign:William Loupatty