kashba

3 Waarom toen die ene foto daar ... in Noord-Vietnam

Home


KASHBA Asiatica


Ais Loupatty & Ton Lankreijer


Staalstraat 6

1011 JL Amsterdam



Open 12:00 – 17:00

Zondag / Sunday 14:00 - 17:00




Contact:


31-20- 6 23 55 64

lankreijer@me.com

kashba@planet.nl


Frans-koloniaal huis, nov 2016, Hanoi. Moyka heet een rivier rond Sint Petersburg, missschien iets uit de communistische jaren. De elektriciteits-kastjes op het balkon duiden op vele bewoners. Ergens twee-hoog achter zit een in Japan gespecialiseerd reisbureau.


Alsmede een modezaak die in concurrentie is met LIM (less is more, linksom de trap op). Buiten het hek gaat kapper Toni de concurrentie aan met kapsalon Say Nhuom pal ernaast. Tijdens de knipbeurt kijkt de klant aldoor tegen z’n telefoonnummer aan dat Toni groot en rood op de kapspiegel heeft gezet.


In zo’n soort micro-kosmosje wil ik m’n oude dag wel slijten. Achter een tafeltje op het balkon met kopjes groene thee of zo.

Grow through what you go through, hoor je de bomen onderling verzuchten.


Nee, dat touwtje dient niet om de boom symbolisch bij elkaar te houden. Daar was ooit die molensteen rond de stam voor bedacht. Door lieden die nu wellicht zelf onder een steen liggen – of bij een andere boom zitten te pensioneren voor ventilatortje. 


De oude reuzen van Hanoi stammen uit een andere tijd, wellicht de frans-koloniale tijd, toen ze de straten van Hanoi van schaduw en grandeur voorzagen. 


Nu houden ze nog moeilijk stand. Zoals in die US Cong army song: 


'They just keep me hanging on.'


Ooit doorstonden ze dezelfde anti-imperialistische oorlog. Nu verglijden hun dagen met het vaste spelletje op het vaste bankje.


Aan hun kleding te oordelen, laat hun dagelijks samenspelen inmiddels feromonen los. Dat zijn diezelfde molecuultjes als waardoor vriendinnen tegelijkertijd ongesteld kunnen geraken. 


Met feromonen 'worden extracellulaire boodschappen van diverse aard doorgegeven en weten de cellen wat te doen. Naarmate we ouder worden, neemt de hoeveelheid signaalmoleculen af.’ (wikipedia)


Vandaar dat de rechter weer ’ns z’n petje is vergeten.


Was oranje de oorspronkelijke kleur?

Horizontale latjes om de wereld buiten te houden, verticale tralies om het vogeltje binnen te houden. 


Over het ophangsysteem is nagedacht. Mogelijk moet het luik helemaal open zwaaien om het kooitje weer binnen te halen. 


Of is het vogeltje naar de muur verbannen omdat men binnen horendol werd van al het kwettermentaar op het straatleven?


Hij weet dat ik vermoed dat hij weet dat ik vermoed dat hij doet alsof hij slaapt. Gezien zijn kleren, sleutelbos en brommer is hij niet werkloos als de meeste anderen rondom het parkje. Misschien lunchtijd. Of even weg van alle drukte thuis.


Als m'n camera klikt, draait hij z’n hoofd een kwartslag en weten we beiden zeker dat beiden wisten dat de ander wel degelijk vermoedde dat… 


Eventuele foto-royalties zal ik moeten delen.


Nog niet zo erg lang geleden had menig Aziatisch land geen geld voor luxe importgoederen. Digitale horloges werden bijvoorbeeld nog niet per kilo aangesleept uit Hong Kong. De weinige televisies, strijkbouten of fototoestellen waren doorgaans binnengesmokkeld. Of van een expat overgenomen.


Voor reparaties was je vervolgens aangewezen op lokale deskundigen, op de kaste van de onderdelenmannetjes.


Als het rolluik voor hun werkplaats laat in de ochtend omhoog ratelde, leek het steevast alsof er die nacht binnen iets was ontploft. Toch kostte elk buisje, zekeringetje of schroefje een fortuin zodra het in jouw reparatie paste.


De kleine vitrine van deze horlogier bolt van de arrogantie. De rotsooi deert hem niet. Want waar zou jij met opa’s horloge in Hanoi nou helemaal heen kunnen? Tuuuurlijk is hij te vertrouwen. Zou hij anders zomaar z’n telefoonnumer prijsgeven?


Tot eind vorige eeuw bevond zich in de Halve Maansteeg de ijzerhandel van de gebroeders De Haan. Een oud familiebedrijf dat het in de negentiger jaren aflegde tegen de aanstormende moderniteit. 


Op een dag stond ik te wachten aan de toonbank. De klant voor me legde een miniscuul moertje met nog-iets-eraan op de toonbank en vroeg:  


‘Heeft u misschien dít?’


De rossige langere van de twee broers keek er even zwijgend naar en zei tenslotte lijzig: 


- Dat had u ook nergens anders kunnen vinden.


De kleinere broer smoorde zonder op te kijken een lachje.


’Hoe bedoelt u?’ vroeg de klant.


- Dit is van een brommer. Van de Zundapp 517.


De lange broer nam de trap om boven het moertje te zoeken. Onder de wachtenden klonk een zucht van ergernis want dat kon weer eens lang gaan duren. Maar de blije klant stond nog even perplex: ‘Wat geweldig. Waar vind je nog zoveel vakkennis?! Onbegrijpelijk!'


Even onbegrijpelijk als dat ik hier in Hanoi nog steeds associaties hebt met gebr. De Haan uit de Halve Maansteeg.


Bij thuiskomst leggen vrienden met groene vingers me uit dat hier niets magisch-mysterieus gaande is. Het is een manier om wortels te kweken aan tere stekkies.



Drie handdoekjes, drie fietshelmen en – aan het verstevigde kruis te oordelen – drie wielrennerbroekjes. Slechts één paar schoentjes. 

Looks of budget strekken kennelijk niet verder dan de knieën.


Twee stekkers naar één wasmachine. Het dakje boven het stopcontact begrijp ik bij al die zware moessons, maar loopt de elektra daarna nou via dunne draadjes naar boven… onder losliggende plastic golfplaatjes door naar een meterkast elders?


En dan die twee plastic flessen aan een touwtje langs de muur… te gevaalijk om op de grond te zetten..?


Dan smijt iemand de deur dicht. Pas aan de voorkant begrijp ik dat het binnenplaatsje de bijkeuken van een eethuisje is.


In sommige landen masseert het kappersgilde ook je schouders. Meestal ongevraagd. Of ze geven plots je hoord een ruk opzij. Iets wat je nooit zou hebben gewild, had je ervan geweten, maar die je nu toch extra kost.


Deze oudere straatkappers zijn misschien nog niet vertrouwd met het lichtere acupressuurwerk. Ze doen er alleen nog oorreiniging bij. Met een lang dun lepeltje peuteren ze alle vastgekoekte oorsmeer weg.


Dat smeren ze dan uit op de muis van hun hand opdat je kunt zien hoe erg daarbinnen het wel niet was. Nooit geweten dat er zulke ophopingen tussen je hersenen kunnen zitten.


Toch krijgt die glimlach me echt niet in die stoel.


Protestant, mohammedaan, jood, taoïst of nichiren boeddhist, ik begrijp al die beeldenstormers niet. Het beeld is de godheid niet. Een karakter of geschreven woord is idem dito symbolisch.


Een roos is een rose is een ורד is een バラ is een 玫瑰 is een गुलाब is een กุหลาบ is een وردة  is een...



'Politiek discussiëren we eindeloos, we begrijpen hoe belangrijk vrijheid is. Geestelijk vinden we die vrijheid kennelijk niet nodig. Als priester of goeroe accepteren we elke Tom, Dick of Harry die beweert het te weten.’


Meerdere onderzoeken wezen in het verleden al uit dat een mens ook tekeningen en foto’s moet leren lezen. 


Hier staan de tweede en de vierde kolom als het ware iets naar voren. Het is een traditioneel-Chinese stijl om diepte te suggereren. 

Maar eerst een ander kort voorbeeld.


Een Unesco brochure over dak leggen werd in de zeventiger jaren in de Himalaya niet begrepen. De timmerman stond namelijk uitgetekend met de hand in z’n broekzak. De arm stopte bij een simpel streepje. Een man zonder hand, meende de doelgroep en begreep het voorlichtings-materiaal niet.


Westerse kunst trekt scherpe, haaks weglopende lijnen om perspectief te suggereren. Niet elke Europese meester was er altijd even goed in.



Je ziet dit terug in oude houten wanden en deurpanelen. Maar als u zegt dat deze stijl oorspronkelijk uit India stamt, geloof ik u meteen. Ook in Moghul miniatuurtjes is het te vinden en in Tibetaanse thanka’s.

Misschien dat het zo charmant oogt doordat het vaak lijkt alsof er iets niet helemaal klopt.


Evenals Cambodja telt Vietnam nog eeuwenoude hindoe tempels - ondanks de Amerikaanse bommentapijten in de zeventiger jaren.

'Mỹ Sơn is perhaps the longest inhabited archaeological site in Indochina, but a large majority of its architecture was destroyed by US carpet bombing during a single week of the Vietnam War.[4]'


'The Mỹ Sơn temple complex is regarded one of the foremost Hindu temple complexes in Southeast Asia and is the foremost heritage site of this nature in Vietnam. 


It is often compared with other historical temple complexes in Southeast Asia, such as Borobudur of Java in IndonesiaAngkor Wat of CambodiaBagan of Myanmar and Ayutthaya of Thailand.'  - wikipedia


The site is at risk from severe climatic conditions such as flooding and high humidity, - World heritage

Verval, oorlogsschade? Het kan ook zijn dat het beeld in z’n geheel te zwaar was om mee te nemen voor verkoop in het buitenland.


Het blijft vreemd als (nazaten van) agressors kaartjes kopen om het veroorzaakte leed te bekijken. In de nadagen van de Vietnam-oorlog kon een Amerikaanse reisgenoot tegen betaling een Russisch geweer uitproberen. Een dollar per kogel. 


‘Kan ik toch zeggen nog in Vietnam te hebben geschoten.’ 

Gelukkig was de voormalige, magere Vietcong-strijder zo schrander om de malloot een mitrailleur in handen te duwen. Met een keer overhalen was hij twaalf dollar kwijt en de rest van de dag stokdoof.


Voordat vaandels of banieren ontaarden in nationalistische vlaggen – als dat geen dubbelzegging is – hebben ze soms wel iets aandoenlijks. Ze ogen even knullig en onzeker als het gedachtegoed waarvoor ze staan. Padvinderachtig. Feldwebelich vond Albert Speer de Hitlerbende voordat hij hun manifestaties vorm gaf.


Enkele vlaggen en buste uit museum Hanoi samengevoegd

De gestileerde posters uit de voormalige strijd hangen nu in soeveniers-winkeltjes.

Niet zo zeer de luiken en het verval dateren het huis als wel het glazen monster er achter.  


Althans, de tegenaan geknalde airco’s vormen nog een soort aankondiging van een nieuwe tijd en architectuur – waarbij vlaggen niet langer nodig zijn om ontzag op te eisen.


Of er veel voor de bevolking is veranderd en verbeterd, valt te bezien.


Reislust is een onweerstaanbaar verlangen om het eigen bestaan te begrijpen, meende George Orwell. Er was duidelijk nog geen Travel Industry. Toch waren er in zijn tijd reeds mensen die inzagen dat toerisme kapot maakt wat het zoekt.



Tot voor kort verkenden reizigers doorgaans met z’n tweeën een stad of omgeving. Sinds de laatste vier, vijf jaar sjokken er wereldwijd vooral grote groepen langs the highlights. Soms wel vijftig hoofden met 'n oortje op rij. Ze kijken vaak geïrriteerd. Moe van het sjokken door een nikszeggend decor. Hun gedachten lijken elders. 

Ze zijn niet hier, maar weg van huis. 


Rond middernacht verdwijnen de honderden toeristen uit het oude, gerestaureerde dorpje Hoi An. Er klinken fluitjes en toeters: de bussen vertrekken. Rap achter elkaar gaan even later de schakelaars om. Als in elk ander theater.


Mijn generatie heeft geen onbevangen associaties bij Noord-Vietnam als vakantieland. Voor bussen en vliegtuigen vol jonge Chinezen heeft het land ’t dichtstbijzijnde strand. 


Met behulp van Aziatisch investeringskapitaal vertoeristiseert de kustlijn van Hanoi tot Hoi-An in rap tempo: honderden hotels en resorts, voltooid of in aanbouw. 


Want waar herberg je anders één promille Chinese 1-mei vierders?


Een ander probleem: in het voormalige communistische land zijn na de vele Amerikaanse bombardementen te weinig selfie-locaties over.


Daarom is hoog op een koele bergtop een attractiepark gebouwd – een soort mega Madurodam.


Langs Zuid-Europese straatjes rond de Parijse Saint Denis kerk liggen bakkerswinkeltjes en restaurants, waarvoor diverse Europese auto’s geparkeerd staan. Ernaast ligt een groot middeleeuws kasteel inclusief slotgracht. Even verderop staan enkele ingewijde Chinese tempels met Japanse tuintjes.


Ideaal voor vakantietripjes, trouwerijen, partijtjes en andere foto-momenten. Toch is het pretpark vooral bedoeld om moeder en kinderen bezig te houden, terwijl vader beneden aan de voet van de berg losgaat in een gigantisch gokpaleis. Ook daar is alles in superdelux design uitgerold dankzij Aziatisch investeringskapitaal.


Vroeger ging het grapje over Amerikaans toerisme: ‘It’s Tuesday, this must be Holland.’ Voor dit nieuwe toerisme doet de naam van het land er al niet meer toe. Overmorgen kunnen ze er zo maar mee in oorlog zijn zonder te beseffen er zelf ooit geweest te zijn.


Reizen is ontdekken dat iedereen ongelijk heeft over andere landen, meende Aldous Huxley. 


- In welk land waren we ook alweer…?


Waarom trekken toeristen (en inwoners) graag naar het oude centrum van een dorp of stad? Omdat de architectuur daar nog van menselijke afmeting is en de afwisseling groot als je er doorheen loopt. Smalle straatjes met kleine bedrijfjes en smalle winkeltjes. De Haarlemmerstraat in Amsterdam is er een schoolvoorbeeld van: elke vijf tot tien stappen een andere etalage. 


Hanoi idem dito.



‘La vie est belle’  door Lim Him Ka Ty,  Hanoi Museum.

1. Waarom toen in Zuid-India

2. Waarom toen in Japan

Blog inhoud

Home

All photographs and texts ©Kashba  Ais Loupatty & Ton Lankreijer.Webdesign:William Loupatty