kashba

1 Waarom toen die ene foto daar..... in Zuid-India

Home


KASHBA Asiatica


Ais Loupatty & Ton Lankreijer


Staalstraat 6

1011 JL Amsterdam



Open 12:00 – 17:00

Zondag / Sunday 14:00 - 17:00




Contact:


31-20- 6 23 55 64

lankreijer@me.com

kashba@planet.nl


‘Only in India’ is een gangbare, Indiase verzuchting.

Terwijl we in de namiddagzon stilstaan bij een huis in een boeren-dorpje, komt er van het aangrenzende rijstveld een man aangerend. Ik denk dat hij denkt dat ik er een foto van ga nemen. Hijgend gaat hij er breed voor staan, glunderend van trots. 


Wat kan ik anders dan m’n cameraatje in de aanslag nemen. Maar toch ook omdat ik tegelijkertijd denk: kijk, dàt noem je nou ’n matje. 


Grijs, maar toch.


‘Why blue?’ vraag ik hem om ’n beetje contact te maken. Meteen is hij nòg enthousiaster, spreid z’n armen breeduit en roept met donderende stem: ‘Powerrrfullll..! Shiiiining..! Whiiiite..! Bleuuuuuu..!’ 


Overdonderd, met een stapje achteruit, vraag ik: 'Yes… but why blue?'


Enthousiast buldert hij opnieuw: ’Powerrrful..! Shiiiining..! Whiiiite..! Bleuuuuuu..!’ 


En dat dan nog een paar keer. Met de armen wijd alsof hij ons wil omarmen.


‘Volgens mij...’ denkt Ais hardop, ‘...haalt hij een tv-reclame aan... van pak waspoeder of zo… misschien is dat 't enige toepasselijke Engels dat hij kent….’


Het zit ‘m in het rietje, het juiste rietje. Meestal maakt de muzikant ze zelf van twee schijfjes bamboe, samengebonden met een draadje. 


Een mooi, vloeiend geluid krijg je door het rietje van tevoren een kwartiertje in je mond te laten weken. 


Gezien het voorraadje om z’n nek, neemt hij geen enkel risico, het baantje is te belangrijk voor hem, als gelovige of als vader van een jong gezin of beide.


In de namiddag komt hij op een ijzeren Indiaas rijwiel aanfietsen met zijn handeltje: van alles uit eigen tuin. 


Graag had ik gewacht tot die ene spaarlamp zou ontbranden. De schaduwen zouden tegengesteld liggen, zijn stee zou nog even hoog maar menselijker zijn. 


Maar toch, klein negeert hier groot en brengt het onomwonden terug tot de menselijke maat. 


Uiteindelijk bepaalt de betaler – desnoods eeuwen later.


De Cubaanse aanblik, het verdubbelde (of gehalveerde) huisnummer, de krijttekeningen op de stoep om Lakshmi (licht en liefde) binnen uit te nodigen, het keurig opgeruimde trap-naaimachientje, de vrijpostige P-29 aantekeningen van controlerende beambten, de noodleidingen door het raam? 


Nee, waarom zit er toch achter de publieke telefoon een stootkussentje? Maakte de groene paal in het verleden al te heftige gesprekken mee?


Nood breekt wetten. Als ruimte in de binnenstad schaars en duur wordt, moeten ook de goden 'n beetje inschikken. Maar ze mogen niet klagen. Al eeuwen werken de kleermakers voor de tempel gratis.


Ze maken versiersels voor de praalwagens, danskostuums en andere spirituele franje. Hun kostje wordt gekocht via de achteringang aan de straatkant. Met het zomen van gordijnen, bijvoorbeeld.


Een reservebankje. Terzijde van een verschrikkelijk drukke markt. Ik vraag en krijg toestemming. Maar ze kunnen zich niet goed voorstellen dat ik hùn moet hebben. 


De linkerman wil me helpen en wijst naar naar iets interessanter achter me. De middelman zoekt een verklaring voor m'n aandacht achter zich, de politieke aanplakbiljetten. De rechterman valt stil, zwijgt en trekt zich terug omdat ik uiteraard die andere twee moet hebben.


Na zovele jaren kent ze het dagelijkse tempelritueel tot in den treure. De dienstdoende priester geeft haar een rood-gele klodder op het voorhoofd. Iets eetbaars zit er nooit bij.


Dan komt er een nieuwsgierig joch bij staan. Dat soort jochies kent ze wel. Zonder dat haar bewaker het bemerkt, glijdt haar slurf soepel achterlangs naar z’n kontzakje. Binnen een seconde weet ze dat er niets eetbaars in zit en keert plichtsgetrouw terug


naar de priester met z’n karige schaal. 


Overrompeld neem ik alsnog vlug een foto om de gemiste foto niet te vergeten. 


Zonder twijfel en zonder iets te raken.

Milieubewuste keuze van de twee vriendinnen? Of gewoon moe? De riksja-rijder beweerde hun hotel te kennen. Zij betwijfelden het maar waren verdwaald in de oude stad. Onderhand hadden ze allang moeten uitstappen, maar pfff, ze zitten zo lekker. 


Decennia lang gingen mannen in grote delen van Azië liever lopen dan op de fiets. Zo’n ‘magere Honda’ toonde aan dat je te arm was voor een brommer of taxi. Tot de komst van de mountainbike. Die was hip, sportief en duurder. Je kon ermee gezien worden, ook al ging het ten koste van je nek en rug.


In de tachtiger jaren, bij de opkomst van een eindeloze stroom brommers en motoren werden riksja’s uit de meeste steden verbannen. Hun breedte, tempo en wachten op klanten veroorzaakte verstoppingen. Nu de smog onleefbaar wordt, twijfelt men ze weer toe te staan.


Een betere oplossing: iedereen zo mogelijk op de fiets. Het zou tevens meer inhoud geven aan de emancipatie van de vrouw dan achter het stuur van een auto. 

.–.–.–.–.–.


- Waarom staan er twee soldaten met geweren naast het godsbeeld?

‘Security,’ legt het groepje jongeren uit.

- God needs security?

‘Of course, this is a very powerful God

- If powerful, god is quite capable to manage himself, isn’t he?

‘O, I see. No, not like that. Anybody powerful always is accompanied by security. Anywhere.’


Soms laten ze zich loodrecht uit de lucht vallen om iets van je bord te pikken. Of ze volgen een tijdlang op afstand, het juiste moment afwachtend. Indiase kraaien zijn schrander en slim, maar hun benadering is hier ronduit geniaal. 


Oud Brits-koloniaal gebouw wordt omgebouwd tot kapitale villa. Met uitzicht op zee. Affiche en metalen steiger duiden op een professionele aanpak. 


Achter wonen geen mensen – om ’t op z’n Amsterdams te zeggen. 


Achter blijken traditionele bamboepalen te volstaan.


Wanneer een aannemer een groot bouwwerk voltooide, vroeg hij tot voor kort soms aan de lokale bevolking de palen te verwijderen; mochten ze houden. 


Totdat er in de negentiger jaren een wet kwam die hen verantwoordelijk stelde voor de aldus ontstane chaos, gewonden en soms zelfs doden.


Eeuwen geleden gehakt uit hardsteen. Terechtgekomen naast stampende klimaatbeheersingsapparatuur. Op een plek waar ooit een luikje volstond. Maar ze zijn binnen


Binnen de muren van een museum.


Die ene boom. Waarom werden alle naar links groeiende takken afgezaagd? Groeit ie nu veiligheidshalve naar rechts? Onder de schaduw ervan had de linker hoeve niet zo’n zware kap hoeven aan te brengen, niet? 

Ach, de terracotta potten drogen natuurlijk beter in direct zonlicht.


Kijkt de dorpskapper zo boos op vanwege z’n boekhouding? Of ziet hij meteen dat ik dat ik recentelijk nog werd geknipt? 


In dit gehucht komen zelden tot nooit witte toeristen. Waarom heeft hij dan een poster van een blanke buitenlander als reclame hangen? Het blonde kapsel is allesbehalve modern. Weet hij dat?


Hij had voor de foto niet hoeven op te kijken, het is de tweespalt tussen de symbolen die hij aanbracht voor meer succes met de omzet – rechts het traditionele huisaltaartje en links de nieuwe, neoliberale economie – die ik wilde vastleggen.


De theetuinen van Munnar. Nog vroeg in de ochtend. Dik staande dauw en stilte. Onmogelijk in een foto te vangen, maar toch.

Ineens scheurt er een kleine scootertaxi achter een mistige uitloop vandaan. Ineens is het schurende geluid van een sputterend naaimachientje allesbepalend. 

Toch ook wel weer knap dat ie zo hoog wist te klimmen.


De Tempel als Theater

Stel: samen met de makers van het eeuwenoude, hardstenen beeld kijk ik naar dit tafereel bij de tempelingang, zoekend naar de betekenis en bedoeling ervan.

Wellicht zullen ze grote lol hebben.

Ahum, tijdelijke, zeer vergankelijke lol.

.–.–.–.–.–.


‘Geschiedenis wordt geschreven door de winnaars.’ 


Internet schrijft deze uitspraak toe aan Orson Welles, Herman Göring, Winston Churchill – en wie al niet.

Een betere variant lijkt me: 'Geschiedenis wordt herschreven door de winnaars.’


In een kleine, locale Ghandi museum in Tamiul Nadu plaatst men woorden als ‘extremist, terrorist, vijand van het volk’ standaard tussen aanhalingstekens. 


Mede gezien hun krappe budget, lijkt me dit verstandig in een land, een sub-continent feitelijk, met ontelbare, lokale burgeroorlogen sinds 15 augustus 1947.


Nog lichtelijk geïrriteerd, vertel ik hoe ingewikkeld het verkrijgen van een visum voor India is geworden. Hoe ze ergens ver buiten de stad bio-metrische foto’s van je nemen en je gegevens verwerken tot je portret op een visum-sticker.

‘Ach, dat is een of ander goedkoop programma,’ zegt een Amerikaan die wel


vaker langskomt. 

Z’n badinerend toontje stoort me, temeer omdat hij volstrekt digibeet is.


- Kijk, het ziet er heel sophisticated uit!


‘Hm, looks quite simple to me.’


Grrrr.


Twee weken later, op de dag van aankomst, zie ik op een marktje in Delhi een t-shirt van Che Gueverra hangen:


Soms zie je een foto pas echt naderhand. Het ging om de bediendes van rijke huizen in

Pondicherry die tijdens de siësta op de stoep een spelletje spelen.


Pas later valt het frisse groen tegen het grijsblauw op. En nog mooier: de witte lijn naar links en de bescherming biedende buiging van de boom naar rechts. Soms heb je mazzel.


Vaak eigenlijk.


Over een krakende parketvloer van een oude paleiszaal naar een rijtje krakkemikkige vitrines met plastic fineer. Onder het licht van neonbuisjes staat een twintigtal magnifieke beelden opgesteld.


Waaronder dat éne beeld. Waarvan je de rest van je leven precies zal weten waar en wanneer de ontmoeting plaats-vond.

Volgens een miniem bordje komt deze Chola-beeltenis van Shiva uit recente opgravingen en dateert het uit 12de


eeuw. 

Eigenlijk behoeft het geen context. Tijdloos prachtig. 

De houding suggereert dat hij op Nandi leunt, de heilige koe, gulle geefster van melk, mest en meer. 

De opening in de oorlel is zo groot doordat men ter versiering er bamboepijpjes in aanbracht. Zoals ook een boeddhabeeld lange oorlellen heeft met een streep in het midden.


In het paleismuseum biedt de suppoost zich aan als gids. Tegen een ‘as you like’ -vergoeding. Het dient overduidelijk z’n oude dag bij te spijkeren.


‘Dit beeld,’ vertelt hij, iets naar voren hellend, ‘vertrok vorig jaar naar de Verenigde Staten.’ 


Om z’n woorden wat drama te geven, kijkt hij even over z’n schouder. Dat lukt niet zo makkelijk meer, hij moet ervan hoesten.


In de nacht werd Shiva door een Amerikaans militair vliegtuig meegenomen. Op een ochtend stond hij ineens weer op z’n plek. 

‘Een weekje Washington, zegt men.’


Gratis inside information, m’n vergoeding werd kennelijk gewaardeerd. Ik vraag maar niet of de premier van India er wellicht op bezoek was.


Zo boven… en zo weer beneden. 


Begonnen als goddelijke wereld geeindigd als aards antiek












Al jaren wachten ze gezamelijk op klandizie. De Nandi op restauratie bijdragen aan een eeuwenoud tempelcomplex, de baba op z'n dagelijks kostje.


In de nisjes achter hen prijken oude fresco's op de muur. 


Vele ervan lijden aan hedendaags vandalisme.

Sommige aan een achttiende eeuwse variant ervan. 


Foodselfies zijn een plaag, zeker. Al helemaal met bediening erbij. De foto krijgt iets koloniaals, niet? 


Toch kun je er anders naar kijken. 


Ondanks én dankzij de VOC wordt hier, eeuwen later, een Molukse Nederlander gefeteerd. 


2. Waarom toen in Japan

3. Waarom toen in Noord-Vietnam


Blog inhoud

Home

All photographs and texts ©Kashba  Ais Loupatty & Ton Lankreijer.Webdesign:William Loupatty