Home
KASHBA Asiatica
Ais Loupatty
Ton Lankreijer
Staalstraat 6
1011 JL Amsterdam
Open 12:00 – 17:00
Zondag / Sunday 14:00 - 17:00
Contact:
31-20 - 6 23 55 64
06 - 588 41 370
In het Pitt Rivers Museum boek staat een negentiger jaren verslag over hoe gecompliceerd het terugeisen van erfgoed kan zijn – en een hilarisch verloop kan krijgen.
Begin jaren negentig verzochten Zuni stamleiders (New Mexico, VS) aan de universiteit in Oxford (VK) om teruggave van hun oorlogsgod Ahayu:da. Het houten beeld, gedecoreerd met verf, schelpen, touw en veren, stond opgesteld in hun Pitt Rivers Museum.
acrale beelden van Zunis belichamen natuurkrachten en dienen na inwijding in de open lucht op een natuurlijke wijze te vergaan. Ahayu:da verzinnebeeldt de kracht die aardbevingen, stormen, branden en oorlog veroorzaakt.
Het beeld was volgens de stam eind 19de eeuw door de Amerikaan Cushing meegenomen, doorverkocht en diende thuis te keren.
Uit de archieven van de Oxford universiteit bleek echter een heel ander verhaal. Frank Hamilton Cushing (1857-1900) was een pionier onder antropologen geweest.
Hij bestudeerde de voorwerpen niet vanuit leunstoel of museum, maar introduceerde het begrip ‘participerende observatie’.
Hij bestudeerde de voorwerpen niet vanuit leunstoel of museum, maar introduceerde het begrip ‘participerende observatie’.
Dat werd door hem omschreven als ‘gegevens verzamelen en bestuderen dankzij een nauwe, intieme vertrouwdheid’.
Oftewel, hij trok bij hen in.
Dat er ook bij dergelijk ‘veldwerk’ ethische grenzen behoren, was bij de westerse universiteiten nog niet opgekomen.
De stamleden werden niet geïnformeerd over het doel van Cushing’s studie. Hun gastvrijheid werd eenvoudigweg gezien als instemming.
De blanke antropoloog van het Smithsonian Institution in Washington werd mettertijd zwak en ziekelijk.
Om aan geld te komen, maakte hij van enkele traditionele Zuni-objecten nauwgezet replica’s om aan nieuwe etnografische musea te verkopen.
Dergelijke artefacten werden in die dagen niet als vervalsingen gezien maar veeleer als informatieve voorbeelden uit Verweggistan.
Naar verhouding maakten maar weinige geïnteresseerden de bootreis naar het betreffende land.
De Ahayu:da die Cushing geheel volgens de Zuni-regels had gemaakt, was elf jaar na zijn dood door de antropoloog Sir Edward Tylor aan het museum cadeau gedaan.
De Zuni stamhoofden stuurden een deskundige om de Ahayu:da in Oxford te onderzoeken. Het beeld bleek in alle opzichten tot in detail te voldoen.
Dat de maker van het beeld geen stamlid was geweest, was voor hun irrelevant. Daarom bleven ze bij hun verzoek om teruggave.
Frank Hamilton Cushing with Laiyuahtsailunkya, Naiyutchi, Palowahtiwa, Kiasiwa, and Nanake
In feite was er een opmerkelijke tegenstelling ontstaan. Het Museum stelde dat het hier een ‘vrijelijk gegeven schenking’ betrof van ‘een kopie’. Bovendien niet gemaakt door een lid van de betreffende cultuur.
De Zuni’s hadden echter een heel andere invulling van het begrip ‘kopie’. Als het nauwgezet en met goede bedoelingen was gemaakt dan was het niet inferieur aan het ‘origineel’ - welke dat dan ook geweest moge zijn.
Wettelijk probeerden ze teruggave te staven met de stelling dat Cushing’s beeld debet was aan het copyright op Zuni kennis.
Oxford bleef bij de weigering.
Toch klopt hun redenering niet helemaal, mijns inziens. Wereldwijd exposeren musea kunstobjecten die vooral ‘origineel’ zijn omdat er geen eerder exemplaar (meer) van bekend is. Anders gezegd: musea tonen slechts originelen totdat er een voorganger opduikt.
Stèl dat er alsnog een oudere Nachtwacht wordt ontdekt, dan zou Rembrandt’s doek volgens Oxford’s redenering een kopie zijn.
Een andere vraag blijft: hadden de Zuni’s zelf een nieuwe Ahayu:da gemaakt met Cushing’s beeltenis als voorbeeld… hadden zij dan zoiets als ‘de meest originele kopie’ tot stand gebracht – ook al zou het natuurlijke verval meteen inzetten.
Bovenstaande speelde in de negentiger jaren. Inmiddels hebben Zunis eigen musea opgezet, hetgeen tot vele aanvragen voor teruggave leidde binnen de VS.
Eerder genoemde schenker E. B. Tylor (1832-1917) definieerde cultuur als (dikdruk door mij):
‘het complexe geheel dat kennis, geloof, kunst, recht, moraal, gewoonte en alle andere vermogens omvat die de mens als lid van de samenleving heeft verworven’.
PS: In oud Chinees schijnt de juiste vertaling voor kopie overigens ‘herinterpretatie’ te zijn.
Herinterpretatie van een originele kopie
All photographs and texts ©Kashba Ais Loupatty & Ton Lankreijer.Webdesign:William Loupatty