Home
KASHBA Asiatica
Ais Loupatty
Ton Lankreijer
Staalstraat 6
1011 JL Amsterdam
Open 12:00 – 17:00
Zondag / Sunday 14:00 - 17:00
Contact:
31-20 - 6 23 55 64
06 - 588 41 370
Wat Phra Singh, Chang Mai, mei ‘22
‘Mensen hebben altijd naar antwoorden gezocht op de grote existentiële vragen omtrent de zin van geboorte, leven en sterven. Wanneer de antwoorden niet in woorden zijn te vatten, kunnen beelden (symbolen, van het Griekse symballein - samenvallen) gaan spreken.
Innerlijke processen worden naar buiten geprojecteerd; het denken in analogieën is daarop gebaseerd. Wat we waarnemen is wat we herkennen of, beter gezegd, wat ons aanspreekt.
Een beeld krijgt pas betekenis wanneer het aansluit bij ons innerlijk, met andere woorden: wanneer het weerklank vindt. Het zijn nooit ‘zomaar’ beelden die in de kunst iconisch worden.’
W. Welling in Goddelijk en griezelig.
Geen idee of hyper-realistische vormgeving in de tachtiger jaren overwaaide uit de westerse kunstwereld of dat het los ervan opkwam in Azië. Misschien overal omdat het nou eenmaal technisch kon.
Wel zag ik in die tijd ineens opvallend levensecht houtsnijwerk op de betere markt verschijnen. Aanvankelijk vooral van zeer knap en natuurgetrouw uitgesneden krokodillen.
Het kwam echter niet bij me op om een exemplaar te verwerven. Ze oogden akelig-echt, misten elke persoonlijke interpretatie of vormvisie van een maker en waren daarom nogal saai. Alsof een 3D printer een perfect kopietje had afgescheiden.
Niet veel later verschenen er ook dergelijke beeldjes van nationale helden en heiligen. Van dichtbij hadden die akelig-echte exemplaren iets verontrustends. De plotse intimiteit met het gezicht maakte me tot een onbeschaamde voyeur.
Helden en heilig-verklaarden dienen inderdaad – evenals handelaren, met name antiekhandelaren – het godshuis uitgekarawatst te worden. Toch staan ze al eeuwen in kerk en tempel afgebeeld.
Tot rond 1900 waren beelden en schilderingen bedoeld als uitleg of vermaning voor de massa die niet kon lezen en daarom aangewezen was op tekens (ikonen), symbolen en ‘plaatjes kijken’.
De verhalen rond kerststal of kruisweg maakten wat dit betreft geen verschil met bijvoorbeeld het levenswiel aan de ingang van elke Tibetaanse monnikentempel.
Tegelijkertijd liet de clerus graag zichzelf er tussen afbeelden. Om aan te geven dat ze superieur was aan de wereldlijke macht. Mocht er door het
volk tot hun gebeden worden, dan was dat mooi meegenomen – je weet maar nooit.
Naar verluidt staan de bisschoppen, priesters, monniken en andere bemiddelaars tussen hemel & aarde er afgebeeld als stichtelijk voorbeeld en geestelijk houvast.
Dit alibi is uiteraard even uitgedacht als godsdienst zelf.
Geestelijke rustplekken in een samenleving zijn vaak prachtig, zelfs noodzakelijk. Als de aankleding ervan spiritueel inspireert, des te fraaier. Maar dan toch zonder historische figuren, zoals heilig-verklaarden in kerken en held-verklaarden in parken.
‘Why Heroes are Important’ stelt een artikel in kapitalen op de website van de katholieke Santa Clara University in Silicon Valley. ‘Wij hebben in de eerste plaats helden nodig omdat onze helden helpen de grenzen van onze aspiraties te bepalen.’ De wij-vorm is hier kennelijk vanzelfsprekend.
Bij ‘grenzen’ denk ik aan beperking, maar de SCU komt met het advies jezelf de vraag te stellen: ‘Wat zou Jezus hebben gedaan in mijn geval?’
Het artikel worstelt met een onderzoeksresultaat waaruit bleek dat niet Mahatma Gandhi en Maart L. King de heldentop uitmaakten, maar Superman en Spiderman.
‘Deze week nog (januari 2000) klaagde regisseur Spike Lee erover dat zijn generatie opgroeide met bewondering voor de grote voorvechters van burgerrechten, maar dat de jongeren in zijn gemeenschap tegenwoordig vooral pooier en stripper willen worden.’
Met de opmerking dat de Beatles ‘more popular than Jesus’ waren, kreeg John Lennon in 1966 de bible belt van de Verenigde Staten over zich heen. Hun platen werden verbrand, hun muziek van radiostations verbannen en in enkele zuidelijke staten blokkeerde de Ku Klux Kl
‘Lennon verontschuldigde zich op een reeks persconferenties en legde uit dat hij zichzelf niet met Christus vergeleek.’ - wikipedia. Misschien had hij beter hardop zich kunnen afvragen: ‘Wat zou Jezus in mijn geval hebben gedaan?’
Welk mens is wereldwijd het bekendst, had een universitair onderzoek halverwege de zeventiger jaren als vraagstelling Opmerkelijk was de ontstelde toon van het Newsweek-artikel. De redactie ging er kennelijk zonder meer vanuit dat Jezus op nummer 1
zou staan. En wellicht Boeddha of Mohammed op 2.
De ver uit bekendste naam bleek echter Mohammed Ali te zijn.
Zijn recente gevecht met George Foreman in Zaïre (Congo) was op 30 oktober 1974 wereldwijd uitgezonden als ‘the rumble in the jungle’ en werd naar schatting door een biljoen tv-kijkers gezien.
‘We zijn cynisch,’ analyseert de christelijke universiteit, ‘omdat onze idealen zo vaak werden verraden. Washington en Jefferson hielden slaven, Martin Luther King wordt beschuldigd van flirten en plagiaat, zo ongeveer iedereen heeft seks gehad met iemand met wie
dat niet had gemogen, enzovoort. We moeten de dingen die onze helden opmerkelijk maken uit elkaar houden en de tekortkomingen die hun heldhaftige perfectie aantasten vergeven.’
Kortom, de heilig-verklaarden dienen weer ontheiligd te worden – beeldenstormen komen in de beste godsdiensten voor – maar ze mogen kennelijk wel ‘helden’ blijven ‘die de grenzen van onze aspiraties te bepalen’.
Maar leidt identificatie niet tot slechts imitatie? Of zoals J. Krishnamurti stelt: ‘Een brein dat niet zelf onderzoekt, wordt traag en saai. Het conformeert zich aan het voorbeeld. Aan het ritueel, de filmster, geleerde of goeroe. Er is gelijkvormigheid als er vergelijking is.’
Wie de wereld graag eenvormig maakt - wel zo handig, zakelijk en eenduidig – bant daarmee elke verbeelding uit. Men neemt de wereld liefst zo letterlijk mogelijk. Een roos is een roos, wat zeur je nou.
Een paar decennia terug was het woord ‘pragmatisch’ (als in nuttig en van nut) nog bijna beledigend, tegenwoordig staat het soms als vereiste in personeelsadvertenties.
De helden van pragmatici dienen ondubbelzinnig eenduidig te zijn. Vooral sport- muziek en filmsterren passen hierbij.
Inzien dat juist grote vormverschillen tonen dat alles met alles samenhangt en tot bescheidenheid noopt, is niet van nut.
De allereerste tempels der mensheid (zo ver bekend) tonen vooral vele figuren van dieren die eigenschappen belichaamden die iedereen meteen begreep. Ook in de taal is het aldoor nog volop aanwezig: zo onverschrokken als een leeuw, standvastig als een olifant, trots als een pauw, enzovoorts.
In geval van de Göbekli Tepe in het zuidoosten van het Turkse Anatolië spreekt wikipedia tevens van abstracte pictogrammen: deze tekens kan men eigenlijk geen schrift noemen, maar misschien zijn het (voor die tijd) algemeen begrijpelijke (heilige?) symbolen, zoals ze
ook in de holen-tekeningen uit de jonge steentijd gevonden zijn.
Eenvoudiger gezegd: in oude, spirituele zin verwijst een symbool naar een andere geestelijke wereld. Naar een andere dimensie die men wel bevroedt maar niet eenduidig weet te verwoorden.
Voor alle duidelijkheid: zowel symbolen als afbeeldingen zijn door de mens uitgedacht en leveren – eenmaal geprojecteerd op materie – wereldwijd verwarring èn interpretators (priesters, politici) op. Vaak met afscheidingen, stammen, grenzen en oorlogen tot gevolg.
Wereldlijke en geestelijke macht aan weerszijden. De eerste rijkelijk gekostumeerd, de tweede wat groter.
Een boeddha lijkt op het eerste gezicht een beeltenis van een persoon, maar is een symbolische verwijzing naar een historische persoon die ruim 2500 jaar geleden leefde – vandaar dat zijn linkerhand de aarde aanraakt.
In levende lijve zou het beeld voorover tuimelen zodra hij opstond, z’n rechterarm zou z’n knie raken of breken, om nog maar te zwijgen van het trosje krullen op z’n hoofd – het verzinnebeeldt slakken, zegt u?
Van Dale ‘zinnebeeld’: zintuiglijke waarneembaar voorwerp dat het beeld is van iets anders, voorwerp waardoor iets geestelijks of iet algemeens wordt gesymboliseerd,
syn. allegorie, symbool: de duif is het zinnebeeld van onschuldige liefde en van de vrede.
Zinnig: betekenis hebbend. Bezinnen: waarnemen, verlangen, peinzen. Zintuig: waarneming; zesde zintuig bovennatuurlijke waarneming.
Mogelijk voldoet de vormgeving van een een boeddhabeeld niet aan uw idee of smaak, maar op zich kan een symbool nooit kitsch zijn.
Het pretendeert niet iets te zijn dat het niet is.
Evenmin probeert het te behagen.
Het verwijst.
Een katholieke website die stelt dat ‘we beelden van koningen presidenten hebben, dus waarom niet van Jezus en Maria’ is dus de weg kwijt – van god los.
Gepersonifieerde beelden – zoals een knappe blanke Jezus met trimbaardje – behoren dan tot eenzelfde kitsch als de wassen monniken op bijgaande foto’s.
Na wellicht hun leven lang te hebben gemediteerd op de vergankelijkheid van het aardse bestaan, werden ze alsnog in was vereeuwigd en zalig verklaard.
Helden en heiligen worden niet langer met scepsis of kritiek bejegend – en pas dan ben je echt dood en pas je in het theater van Mme Tussaud: komt dat zien.
‘Wetenschap en technologie kunnen prachtige dingen zijn. Ze kunnen onze kennis over onszelf en de wereld waarin we leven vergroten. Maar ze moeten worden uitgevoerd met een gevoel van nederigheid waartoe wij steeds minder in staat lijken.’ Jonathan Cook
Wendell Berry vatte deze ‘moderne mentaliteit’ fraai samen met: ‘een mysterie is dan niets anders dan een gebied waar de wetenschap nog niet aan toe is gekomen.’ Tot die tijd bestaat het kennelijk niet of niet echt. ‘Iedere analogische samenhang is onzin, er bestaat alleen causaal verband want aantoonbaar.’
Honderdenacht bedelaarsnappen
Naar een mysterie kun je echter slechts verwijzen en een andere dimensie kun je slechts verzinnebeelden.
Enkele religieuze stromingen hoopten gepersonifieerde godsdiensten te voorkomen door het zinnebeeld een olifantenhoofd te geven (Ganesh), of een blauwe lichaamskleur (Krishna), of tienduizend-en-acht armen (Lokeshwar). Dat is toch niet letterlijk te nemen, zou je denken.
Maar zelfs visuele uitdrukking geven aan honderden ideeën – met elk idee z’n eigen beeltenis – leidde niet of nauwelijks tot goden-inflatie, men blijft ze stuk voor stuk vereren.
Symboolblindheid.
Och, wàs het maar waar dat zij ons hebben gemaakt.. dan zag de wereld er vast een stuk beter uit.
27 mei 2022 17:45
All photographs and texts ©Kashba Ais Loupatty & Ton Lankreijer.Webdesign:William Loupatty