kashba

Van Rangoon naar Yangon

Voor meer foto's: klik hier

Home


KASHBA Asiatica


Ais Loupatty & Ton Lankreijer


Staalstraat 6

1011 JL Amsterdam



Open 12:00 – 17:00

Zondag / Sunday 14:00 - 17:00




Contact:


31-20- 6 23 55 64

lankreijer@me.com

kashba@planet.nl


- Ik begrijp niet dat Mao nog steeds op jullie geld staat afgebeeld, zei ik een paar jaar terug tegen enkele Chinese handelslieden.


‘Buitenlanders kijken teveel naar zijn daden. Daar zijn veel mensen bij omgekomen, ja, heel veel. Maar wij weten ook hoe het daarvoor was. En hoeveel slechter het nu had kunnen zijn. Hou Mao maar op fifty-fifty.’



Dit weekeinde beschrijft een groot NRC-artikel dat de Russen er nog steeds niet uit zijn of Stalin nu held of schurk was. 


Ondertussen hoopt de mainstream press nog steeds met Obama mee, al wordt hij op internet reeds als con man uitgetekend. 


Een Amerikaanse vrouw uit Michigan, Romney’s thuishaven, reageerde als gebeten toen ik dit vertelde: ‘Jullie hebben geen idee hoeveel erger Romney zou zijn geweest!’


Maar als je toch in vergelijken vervalt, waarom dan niet met beter…?



Van rode boekje naar rood mobieltje; gallerie in lobby van duur hotel, Beijing 2005. 


Ooit zal Burma wellicht ook een dergelijke tweespalt kennen omtrent het geweldadige, immorele, dictatoriale schrikbewind van hun militaire junta. 


Hebben die nog iets goeds gedaan dan?


Als alle dictatoriale macht-hebbers besteedden ze de afgelopen vijftig jaar veel geld en aandacht aan de infrastructuur – 


ook al ging het jun om het leger op het juiste moment op de juiste plaats te krijgen.


Hun decennia-lange tirannie ging gepaard met ontstellende dwaasheid. Zo leek het althans voor de buitenwereld.


Om bij de infrastructuur te blijven: twee voorbeelden. 


1. Gedurende twintig jaar werkte de militaire top – vooral dankzij dwangarbeid - aan een honderden kilometers tellende vierbaansweg, gemaakt van een soort wit beton dat overdag te heet wordt om te berijden.


Tenzij je over het betere merk banden beschikt zoals het leger.



2. In tegenstelling tot de buurlanden rijdt Myanmar rechts. De weinige derde- of vierdehands auto’s die geïmporteerd mogen worden, dienen het stuur aan de rechterkant te hebben. Inhalen is namelijk een stuk moeilijker als de chauffeur aan de trottoirkant zit (de plek naast hem kun je dan met recht de dodemansstoel noemen).


Legervoertuigen hebben het stuur aan de juiste kant.


Toch noemt de buitenwereld als allergrootste dwaasheid vooral het verplaatsen van de hoofdstad als voorbeeld bij uitstek:  'een biljoenen verslindende onderneming in een straatarm land'.




“When the Burmese authorities decided to relocate their capital to Upper Burma, a variety of interpretations immediately followed in the press. Fantastic stories that purported to explain the shift of the political centre to paranoia, superstition, and astrology simply resurrected rather well-known colonial descriptions.


Whereas certain cultural considerations may indeed have been at play, it was the overtly Orientalist portrayal of government officials as incapable of making rational decisions that reminds one of the type of images and language found in colonial-period gazetteers, reports, and histories.


It did not help that images of three colossal statues of King Anawyatha, Bayinnaung, and Alaungpaya were built along the new capital’s (Naypyidaw) parade route, as photos of the statues usually were taken with the current military leadership in the foreground.”


 

The return of the Falon King - Maitrii Aung-Thwin




Eeuwenlang, en al helemaal sinds de Britse kolonisatie, keek Burma eerder richting buurland India dan naar buurland China (al is dat tegenwoordig omgekeerd).



Wie Old Delhi een beetje kent, begrijpt dat de Britse kolonialisten hun machtscentrum in 1920 bij gebrek aan ruimte en veiligheid op de omringende vlakte erbuiten aanlegden: New Delhi.


Old Delhi

Menige Aziatische hoofdstad mocht willen dat het regeringscentrum in vorige decennia naar buiten was verplaatst.


Nog steeds gaan er in bijv. Kathmandu stemmen voor op, maar hoe verder het machtscentrum uitdijt, des moeilijker de verplaatsing wordt. Bij gevolg kampt de vallei tegenwoordig met ernstige overbevolking, tekort aan water en elektra, vervuiling, smog,


grondverzakkingen, enzooorts. hetgeen uiteindelijk - in z’n totaliteit berekend - veel meer kost.


(Er zijn natuurlijk nog talloze andere redenen te bedenken waarom Amsterdammers blij zijn dat politiek Den Haag niet in de hoofdstad huist.)


Armoe en verval was al langer gaande in Rangoon/Yangon, maar zodra de militaire machthebbers besloten er weg te trekken, liepen de investeringen nog meer terug. 


Ook de voorzieningen – elektra, water, etc - leken mee te verhuizen naar de gloednieuwe, in een kaal landschap gestichte hoofdstad.



Met vele majestueuze gebouwen in verval, kreeg Rangoon de tragische grandeur van een rijk verleden in een verpauperd heden.



De stad leek in gang gehouden dankzij eindeloos veel reparaties, omleidingen, extra buizen en kabels – gelijk stiksel op een oud uniform.


Sinds de militaire top zich twee jaar geleden ‘verjongde’, kwam er plots een omslag: economische vrijheden, beter voedsel, een wagenpark. 


Talloze zaken hielden zich kennelijk slapend om in tienvoud te ontluiken als de tijd rijp werd.


Opmerkelijk. 


Alsof alle business plots van onder- naar bovengronds verkaste.


Alsof heel veel energie en geld elders opgeslagen had liggen te wachten. Veel ervan stroomt nu met het mondiale, financiële kwikzilver mee het land binnen; vooral via China.



In Yangon wordt volop gebouwd en gesloopt. Het militaire regiem heeft het oude, vervallen Rangoon met revolutionaire nieuwe kreten en wetten zo goed als vogelvrij verklaard.


Een paar grote Brits-koloniale gebouwen zijn evenwel officieel tot erfgoed verklaard; het instorten voltooit zich nu veilig achter een omheining.


Natuurlijk zijn het bouwsels van de voormalige, wrede onderdrukker. In India kwam de Britse kolonisatie geleidelijk voort uit de British East India Company. Burma werd echter binnengevallen en bevochten in drie moeizame veldslagen. Die gingen alie gepaard met opmerkelijk veel wreedheid, plundering en verachting.


Een eeuw later geven de Brits-koloniale gebouwen echter een geheel eigen karakter aan het eens zo onopvallende vissersdorpje. 

De voormalige hoofdstedelijke grandeur – moeizaam opgebouwd dankzij bloed, zweet en tranen van ‘gastarbeiders’ uit Bengalen en I


ndia – wordt momenteel niet als nationale geschiedenis beschouwd en uitgewist. 

Ervoor in de plaats verrijst een doorsnee Aziatische stad waar het verleden vooral in het stratenpatroon terug te vinden zal zijn; gelijk Hongkong, bijvoorbeeld.


Enkele van bijgaande foto's werden twee jaar geleden genomen en zijn nu reeds historisch. Deze gebouwen zijn of worden neergehaald, zelfs in de wijken die de Britten lieten bouwen voor en door arbeiders uit India, Bengalen, China - en die nog steeds door hen worden bewoond. 


Natuurlijk, ook zij willen allen: beter, groter en hogerop – zonder de mores van de mondiale financiële wereld te kennen.


De gastarbeiders kwamen in de negentiende eeuw - op ‘uitnodiging’ van de Britten - met tienduizenden naar Rangoon. Omdat de plaatselijke bevolking ‘niet wilde meewerken’. Geliefd zijn ze bij gevolg nooit geweest.


Tegelijkertijd haalden de Britten professionele geldwisselaars naar Rangoon, een weldoordachte zet. Al gauw werd deze categorie handelaren, wat we tegenwoordig zouden noemen, De Banken.


Nog geen twee decennia later stonden vele Burmese boeren, dankzij slechte oogsten, bij deze 'geldwisselaars' in het krijt. Uiteraard wisten de laatsten drommels goed dat hun fortuin en welvaren afhankelijk was van de Britse bezetters.

Noodgedwongen zingen de geldwisselaars alweer enkele generaties vele toontjes lager. 

Op straat, voor hun oude portalen, bevindt zich thans de edelstenenmarkt – en daar valt ook weer het nodige aan te verdienen….



Voor meer foto's, klik hier


blog inhoud


20 apr. 2013 10:04




All photographs and texts ©Kashba  Ais Loupatty & Ton Lankreijer.Webdesign:William Loupatty