kashba

Home


KASHBA Asiatica


Ais Loupatty & Ton Lankreijer


Staalstraat 6

1011 JL Amsterdam



Open 12:00 – 17:00

Zondag / Sunday 14:00 - 17:00




Contact:


31-20- 6 23 55 64

lankreijer@me.com

kashba@planet.nl


Laagje voor laagje voor laagje

- Het zou me niet verbazen als uw familienaam Perelman is, grapte ik tijdens een van haar bezoeken. 

‘Nee, maar ik woon wel in Zuid,’ schoot ze terug. Op haar getekende gezicht brak een glimlach door. 

Om het half jaar kwam ze een parelsnoer kopen. 

500


Tiara, keizerin Eugénie 1853, Frankrijk.

‘Ik zeg het nog maar eens: zònder zo’n magnetisch slotje.’ Een van haar hartspecialisten had haar ooit verteld dat geïmplanteerde stents door het magnetische veld konden verschuiven.

Tijdens het passen voor de spiegel vond steeds een lichte metamorfose plaats: haar schouders ontspanden alsof er allerlei oud zeer afgleed, ze kreeg iets jeugdigs over zich. 


Na een paar aankopen duidden wij haar onderling aan met ‘het parelmeisje’.

Kashba vitrine.

Op een dag versprak ik me echter. Argwanend keek ze op, maar zei toen met dezelfde zachte stem als altijd: ‘Ja, dat is goed, noem me maar zo.’ Haar eigenlijke naam hield ze liever achter, kennelijk.


Zodra ze na de oorlog het zich kon permitteren, vertelde ze op een keer, kocht ze haar eerste parelsnoertje. Als de zaak van haar en haar man een goed jaar had gekend, liep ze steevast langs een juwelier. ‘Ook wel ’ns als we geen goed jaar hadden gehad, hoor.’


En terwijl ze haar jas weer aantrok: ’Soms juist.’

Coco Chanel

Waarom één streng, opperde Coco Chanel in die tijd, als je er twee kunt dragen.

- Dat zal dan inmiddels een aardige collectie zijn, veronderstelde ik.


Even stokte haar beweging en reageerde ze op nogal dwarse toon: ’Ja… en ik heb geen idee of zijn twee nichtjes van parels houden.’ 

Bij een eerder bezoek had ik haar verteld hoe er soms ‘dames uit Zuid’ de winkel binnenstapten, type schmerz in nertz. Ze liepen meestal recht op me af en staken meteen van wal: ‘Die parels daar in de etalage, die kùnnen niet echt zijn!’


- Het zijn zoetwater parels uit China en…

‘Ja, precies, geen èchte.


- Het duurt minimaal zo’n twee jaar om ze te kweken.


‘Dat zeg ik. Géén natuurlijke, wilde parels.

Kashba etalage

- Wilde? Naar wilde parels wordt nauwelijks nog gedoken sinds de Japanner Minimoto het kweekproces uitvond.


‘Tuurlijk wel, ik heb er meerdere snoeren van!’

- Die zullen dan van vóór 1893 zijn.


‘Onzin. Ik heb ze niet geërfd. Parels liggen daarginder gewoon in zee. 


- Zoetwater parels worden in open rivierwater gekweekt.


‘Welnee, die parelvissers moeten de zee op. Ze moeten er natuurlijk wel wàt voor doen. Maar met een beetje geluk hebben ze er een of twee te pakken.’

- En met een beetje pech worden ze daar op den duur doof, blind en impotent van. 

Dat laatste woordje was plagerij, serieuze uitleg was immers vergeefs. 


In het verleden waren parelvissers misschien wel vaker vrouwen dan mannen. Het kweken, selecteren, knopen, het wordt nog steeds allemaal door vrouwenhanden gedaan.


Oesters en mossels hebben al eeuwen een sensuele associatie, wellicht mede dankzij een ingekapselde zandkorreltje dat veranderde in een iriserend wondertje: een parel.

Vrouwelijke parelduikers, Japan

Ene Jeffrey Miller bedacht het credo ‘No irritation, no pearl’ en bouwde er een ‘tantrische doctrine’ omheen: The Pearl Principle. Na de komst van de me-too beweging kreeg hij meerdere beschuldigingen en processen aan z’n broek.

Parels behoren al eeuwen tot koninklijke aankleding. Dat is misschien wat minder geworden sinds politica's als Margaret Thatcher en Hillary Clinton het parelcollier tot uniforme uitrusting maakten. 


‘Ik weet niet wat er met die oude, wilde parels van de Oranjes is gebeurd,’ vertelde een oud politica me eens, ‘maar toen ik tijdens een diner tegenover Beatrix kwam te zitten, kon ik m’n ogen niet geloven. Om haar hals leek een snoer kiezelsteentjes te hangen. Elke glans of schittering ontbrak.’


Consuela Vanderbilt 1906


Op zich niet zo verwonderlijk. Parels ontstaan onder water en bestaan grotendeels uit kalk. Achteloos-rijke families kwamen er soms te laat achter dat parels niet tegen langdurige opslag in kluizen zijn bestand. Door uitdroging valt het kalk uit elkaar. Maar na de vijftiger jaren hielpen met name parfum, haarlak en andere cosmetica het zogeheten lustre om zeep.

In het begin liet ik de ‘dames uit zuid’ nog met voorbeelden zien hoe zoetwater parels worden gekweekt. Dat er zo’n zeven irriterende bolletjes worden ingebracht en dat die pas na zo’n twee jaar enige glans hebben – zelfs de kleinste.


Maar het interesseerde hun niet of nauwelijks. Zodra ze begrepen dat de parels wel degelijk echt waren, beenden ze boos de deur uit. 


Het duurde een tijdje eer ik vermoedde waarom. Hun kapitaal, vergaard tijdens een of meerdere huwelijken, was in hun ogen plotseling enorm gedevalueerd.


‘Als er erfenissen te verdelen zijn,’ schijnt de misogyne pessimist Schopenhauer (1788-1860) te hebben gezegd, ‘veranderen vrouwen in hyena’s.’

Mrs. George Gould, 1910, New York.

Nogal wiedes. In zijn tijd bleven de meeste vrouwen dan achter met kinderen maar zonder kostverdiener. Wellicht is het hebben van onderpand soms nog steeds een zinvolle overlevingsstrategie.

Bij het parelmeisje lag het verleden in heel andere herinneringen om haar hals geregen. De oorlog had haar voortijdig en acuut tot zelfstandigheid gedwongen. 


Ze leerde op meedogenloze wijze dat ze haar eigen zaken diende te behartigen. Alsmede dat prijzen even tijdelijk zijn als het leven zelf. 


Misschien zag ze in de zeventiger jaren wel een van die zwijmelfilms van Elvis Presley in de bioscoop, waarin hij tot z’n geliefde zingt: ‘A poor man wants the oyster, a rich man wants the pearl.’ 


Is de honger gestild, dan wil men de parel.


Mughal prins,  parelsnoeren, India.


Op een dag realiseerde ik me ineens dat ze al langer dan een half jaar niet meer was geweest, al bijna een jaar, en stak een wierookje voor haar af.


Nu, jaren later, vinden jonge vrouwen – waaronder wellicht ‘zijn nichtjes’ – parels niet langer ‘ouderwets' of ‘iets van oma’. 


Zelfs jongemannen dragen ze. Het begon in de media met foto’s of video’s waarin gespierde, al dan niet getatoeëerde mannenlijven achteloos een enkele grote parel hadden bungelen in hun gezwollen decolleté. Als een toefje slagroom parelde de hanger achteloos tussen het bonkig testosteron. Ze kamen er kennelijk mee weg.


Hoofddeksel van parels en turkooizen, Tibet.


Daarop droegen sommige, minder potige jongemannen een heel snoertje maar bleven zich er wel opvallend zelfverzekerd bij gedragen – iemand mocht eens hun heteroseksualiteit betwijfelen.


Na de gespierde bluf waagden jongemannen zich met een zorgvuldig getrimde Van Dyke, Goatee of Chin-strap aan de parels. Eenmaal in de mode, begonnen ook de wat oudere jongeren zich er mee te sieren om trendy te blijven. 


Soms was dat even schrikken maar het was altijd nog minder erg dan een omgekeerd baseball petje, bijvoorbeeld.


Rana of Dolpur, 1900, India.


Na lang aarzelen kocht gisteren een slanke jongeman een wit èn een zwart snoertje. ‘Ik heb al twee lange kettingen van m’n moeder, maar tot voor kort durfde ik ze nauwelijks te dragen.’


- Tja, de wereld verandert bijna per dag. Nog geen jaar terug kon je erom op straat in elkaar worden geslagen.


‘En dat hoeft je maar één keer te overkomen.’ reageerde hij plots heel serieus, zelfs wat gepijnigd door de herinnering. Laagje voor laagje toedekken, dat is wat een parel verzinnebeeldt. Troost. 


Jong en uitdagend als hij is, vervolgt hij meteen daarop weer monter met: ‘Maar nu ze het zèlf dragen.. vallen ze niemand meer aan.. hoop ik.’


Mannen met baarden en parels vallen niet aan, voeren geen oorlog? 


Ik help het hem hopen.


Een optimist, luidt een oude grap, is een man die een dozijn oesters bestelt in de hoop ze te kunnen betalen met de parel die hij erin zal vinden.

Burma / Myanmar


Maharaja Venkat Singh, 19de eeuw, India.

All photographs and texts ©Kashba  Ais Loupatty & Ton Lankreijer.Webdesign:William Loupatty