kashba

inzicht

Home


KASHBA Asiatica


Ais Loupatty & Ton Lankreijer


Staalstraat 6

1011 JL Amsterdam



Open 12:00 – 17:00

Zondag / Sunday 14:00 - 17:00




Contact:


31-20- 6 23 55 64

lankreijer@me.com

kashba@planet.nl


‘Het eìgenlijke probleem is dat u niet gewoon rustig thuis op de bank kunt blijven zitten.’ Met die zin opende een Tibetaanse geestelijke een aantal jaren geleden in Lausanne z’n betoog tegenover een sporthal vol grinnikende Zwitsers.


Recentelijk werd hij in Frankrijk wegens seksueel wangedrag door een grote groep vrouwen aangeklaagd. Opmerkelijk want deze Tibetaan staat al jaren op wikipedia te boek – niet als lama of tulku maar – als tertön: ‘hij die verborgen schatten dient te ontsluiten.’ 



Door het bewerken en wereldwijd verkopen van het eeuwenoude Tibetaans Boek van Leven en Dood voldeed deze ‘bissnissclass guru’ daar wel degelijk aan. 



‘Het eigenlijk probleem’ is het even ware als oude cliché dat elk mens zijn eigen grootste tegenstander is. Dat elk mens dat ik, ego of zelf tot zwijgen moet zien te brengen als het niets gevraagd wordt.

Of zoals Aldous Huxley na een dosis mescaline (uit cactussen) in ‘The Doors of Perception’ optekende: ‘Wat een zegening om die storende neuroot die ’s nachts de show probeert te runnen, even uit de weg te hebben.’


Aldous Huxley & Laura Archera


Een tijdje tob je over een bepaalde kwestie, jongleer je met allerhande gedachten en veronderstellingen, en dan


ineens, in ‘een onbewaakt moment’ is het klaar. Geen idee waar de ingeving vandaan kwam, maar even was er dat doorkijkje en weg is het probleem. Opgelost. Klaar.


Sommige wetenschappers veronderstellen dat er op zo’n moment van inzicht daadwerkelijk een fysieke verandering in de celstructuur van de hersenen plaatsvindt.(1) 


Dit leidt direct tot de vraag: is het probleem mens –– met al z’n geweld en tribalisme –– er dan niet bij gebaat als we zulke mutaties in de hersencellen desnoods kunstmatig op gang brengen?


In vrijwel elke cultuur en religie werd de afgelopen millennia met allerhande geestverruimende middelen geprobeerd dit te bewerkstelligen.


Niet langer de eindeloos geleidelijke middenweg volgen maar direct doorstoten


naar die andere (veronderstelde) spirituele wereld– where angels fear to tread.


‘Hoe denk je dat sjamanistische culturen anders tot al die demonen kwamen?’ schamperde ooit een psychonaut (lsd-gebruiker).





Een van de adviezen uit het Tibetaans Boek van Leven en Dood luidt: niet wegrennen, zie je demonen onder ogen: ‘Wat moet jij hier in mijn hersenpan? Heb je me soms wat te leren?’ 


Sjamanen met maskers in Mongolië.


Vandaar hun vele rituele voorwerpen zoals een lasso of phurba-dolk: om de demonen in je hoofd te vangen of vast te pinnen en in een onbewaakt moment onder ogen te zien.


Maar hoe creëer je een onbewaakt moment?


Door de bewaker te drogeren, meende bijvoorbeeld Aldous Huxley (The doors of persception, 1954).




Of zoals de eerste lsd-therapeuten, de ‘wetenschappelijke reisleiders’ uit de vijftiger jaren, 'het vluchtschema’ samenvatten:


‘Jarenlange therapie teruggebracht tot ’n luttele namiddag.’


Recentelijk verscheen ‘How to change your mind’ door Michael Pollan.

What the new science of psychedelics teaches us about consciousness, dying, addiction, depression and transcendence.


De ‘how to’ titel is vast commercieel goed uitgedacht maar suggereert een systeem van aanpak, hetgeen bij dit onderwerp alleen hout snijdt als er niets anders zou worden geadviseerd dan: how to take this pill.


Het boek behandelt met name de medische toepassingen vanaf de vijftiger jaren alsmede zijn persoonlijke, proefondervindelijke ervaringen met psychedelische middelen, zelfs met het krankzinnige 5-MeO-DMT (kikkergif).


Opmerkelijk veel vrienden en kennissen bleken de uitgebreide NRC-recensie geïnteresseerd te hebben gelezen. 


Pollan houdt van een wetenschappelijke benadering als alibi voor z’n psychedelische escapades. Wat spirituele implicaties betreft blijft hij afstandelijk zo niet bangig.


Dan is Hartzema’s De Vlucht van de Garuda of Van der Velde’s Schermerwoorden  ‘oneindig' veel inzichtelijker. ( 7 & 8 )




NRC: ‘Pollan beschrijft het zo: in zo’n trip lost tijdelijk min of meer het bindweefsel van het menselijk ego op. De ervaren werkelijkheid wordt helemaal anders omdat de ordening die het centrale ‘ik’ normaliter oplegt aan de waarneming tijdelijk wegvalt.’


Er schijnt een vertaling in de maak. Alleen  de titel is al een probleem, lijkt me. 


'How to change your mind.’ 


Hoe je aandacht te verleggen? Maar


wie verandert er van gedachten, is er nog anybody home als het ik op synthetische safari gaat? 


Over het onderscheid tussen mind en brain bestaat veel misverstand. In wezen gaat het gebruik van geestverruimende middelen - en daarmee zijn boek – over how to silence your brain. 


Oude boeddhistische wijsheid stelt dat mind of gewaarwording – bijvoorbeeld tijdens meditatie – alleen plaats vindt als het ik zwijgt. 


Pas dan kan er sprake zijn van intelligentie en belangeloze liefde.


 

Of zoals de oude wijsgeer het samenvatte: ‘Beauty is when the self is not.’ (4)


De vraag is of dat synthetisch haalbaar en -tijdelijk - hetzelfde is.


De verwarring omtrent het begrip mind is algemener geworden sinds mindfulness tot een cursus voor een bepaalde methode is verworden. 


Pollan blijft echter op veilige afstand van de vraag wat mind en brain precies inhouden - en daarmee weg van het ik-ego-zelf.


Ergens helemaal in opgaan, àl je aandacht geven, jezelf verliezen – de taal kent talloze uitdrukkingen voor de afwezigheid van het ik. 




Veelzeggend is dat dan ook ‘het idee van tijd’ kennelijk wegvalt. 

Gerichte aandacht is echter van een andere orde, want vanuit de wil aangestuurd. Concentratie komt voort uit een belang. Zolang er een ik als centrum is, is de aandacht-cirkel beperkt. Elke gewaarwording wordt gekaderd en gekleurd door wat je wilt, weet en voelt – en dat is nimmer volledig.


Alles dat binnenkomt wordt dan afgemeten aan eigen ervaringen, wensen, angsten, conditioneringen, pijnen en al dat ieder mens – waar dan ook – eigen is.


Bovenstaand klinkt allemaal misschien hoogdravend abracadabraas, maar het moest even. Het is bijvoorbeeld de reden waarom velen nooit zelfs maar overwegen om een poging tot meditatie ‘te gaan zitten doen’.



Zolang het ik niet zwijgt, blijft het ‘doen alsof’. Want wie precies wil ‘die storende neuroot even uit de weg’ hebben..? 


Anders gezegd: geen geforceerde vrijheid-van maar bevrijding. Geen interval tussen twee geluiden maar de stilte van leegte. (*9)


Je hoeft geen gelovige te zijn om in te zien dat dit is waar elke religieuze stroming – inclusief sjamanisme – in de kern naar zocht.


Evenmin hoef je een junkie te zijn om te begrijpen dat mensen zich desnoods afhankelijk maken van rituelen, priesters, cursussen of geestverruimende middelen om ‘het onbewaakte moment’ keer op keer te herbeleven.



De grote wereldreligies stammen uit de periode van circa 600 voor tot 600 na Christus. Is er werkelijk weinig meer dan hun grote gemene deler dat het leven lijden is? Is de mens dan niet verder geëvolueerd?


Levensgulzig als chronisch optimisten doorgaans zijn, hechten ze zich aan de momenten dat ze zich ‘even helemaal gelukkig’ voelden. 


Al het andere wordt weggezet als bijvoorbeeld doemdenken – die malle, stigmatiserende frase uit de tachtiger jaren – zonder zich af te vragen waarom geluk voorbij is zodra je eraan denkt of benoemt en in feite alleen in retrospectief bestaat; als herinnering.


Detail Tibetaanse thanka


Reeds duizenden jaren beseft elke niet-christelijke steppe-, woestijn-, jungle-, berg- en zelfs polderbewoner die zich hier enigszins in verdiept, wat ‘het eigenlijke probleem’ is: 


zodra je ‘het onbewaakte moment' nastreeft, is het bewaakt en buiten bereik. De wens komt immers voort uit de wil van het ik


Anders bekeken: de mens is en blijft z’n eigen grootste tegenstander. 




Monotheïstische godsdiensten als het christendom of de islam bestempelen het ik-ego-zelf als te zondig om in hun paradijs te kunnen bestaan. Dien God en alles komt goed met je. Reli-filosofische stromingen als het hindoeïsme of het boeddhisme gaan wèl in op de vraag: wat is dat ikke-van-ik dan? 


Het eeuwenoude antwoord is verrassend eenvoudig: het ik bestaat uit weinig meer dan geheugen (dwz. conditionering, ervaring, angsten, etc).


Rond het vierde jaar begin je behalve gezichten en woordjes ook ervaringen te onthouden, ze te benoemen en te vergelijken – het is kortom de tijd dat je ‘ik’ begint te zeggen.


‘Onzin!’ puft jogging-vriendin, van huis uit psychologe maar inmiddels toch een wijze oudere vrouw geworden, ’ook het lichaam heeft geheugen. Reeds in de baarmoeder!’


Daarom even een zijsprong.




In de tachtiger jaren, toen in Ierland en de VS de anti-abortusbeweging luid van zich liet horen, deed de Evangelische Omroep er nog een schepje bovenop. Ter ledenwerving ongetwijfeld. Hun propaganda zei met zoveel woorden dat zelfs het mannelijk zaad reeds uit godgegeven leven bestond.


De volgende ochtend raadde Stoker in een ‘voetnoot' op de voorpagina van de Volkskrant de EO-leden aan ergens even ’n verkoudheid op te lopen, om vervolgens hun neus flink te snuiten en de inhoud onder een microscoop te leggen. Volop leven!


Om dìt soort geheugen, eigen aan elk levend organisme, gaat het hier niet. Evenmin over het praktische geheugen: welke trein je moet nemen naar huis en hoe je dan het lichtknopje hanteert. 


Het gaat hier om het innerlijk, psychologisch opgebouwd geheugen.


Bijgevolg gaat het dan al gauw over de onvoorstelbare (kunstzinnige of wetenschappelijke) resultaten die de mens de afgelopen millennia wist te behalen terwijl hij van binnen volstrekt onderontwikkeld bleef. Zie het geweld, egoïsme en tribalisme rondom.


Dus… dan maar een pilletje als inhaalslag? Het verschil tussen evolutie en revolutie is per slot slechts het mensenidee genaamd tijd.


Yeah, mind blowing.


De eerste Be-In in ’67 verstrekte in het Golden Gate Park (San Francisco) gratis 25.000 lsd-trips aan de bezoekers. Een klein jaar later gebeurde hetzelfde tijdens The Summer of Love. Met in de speakers corner Timothy Leary: ‘Turn on, tune in, drop out!’.


Met verbazing en afschuw kijken tegenwoordig in de Silicon Valley the me-networkers naar het psychedelica-gebruik tijdens de zestiger jaren. Op z’n best veroordelen ze het als: applied mysticism. (2) 


Ze hebben weinig op met de langharige boundless beings van toen. Het doet er kennelijk niet toe dat die ouwe lui behalve het bedenken van de


ict-wereld zich tevens focusten op mensenrechten, vredesbewegingen, Whole Earth organisaties voor voedsel, milieu, overbevolking –– om maar wat te noemen.


De toenmalige ‘nerds’ wisten – mede dankzij boundless psychedelica gebruik – een ongekende virtual reality in cyberspace te visualiseren.


Tegelijkertijd werkte een deel van hen aan acute levensvraag-stukken als een lekkerderder geluid voor hun Grateful Dead muziek. 


Tekenend voor de tijdgeest was wellicht dat ze hun ontdekking van stereo-geluid aanvankelijk wegzetten als asociaal: niet iedereen zou de beste weergave horen, alleen zij die in het midden zaten. (5)


Aanvankelijk, in de jaren ’45-’62, werden geestverruimende middelen voornamelijk voor wetenschappelijk onderzoek gebruikt. 


Aandoeningen waarmee patiënten ‘die in hun eigen ik gevangen zaten zoals depressie, verslaving en bepaalde traumata’ goed leken te behandelen.(3) 


In Nederland liet prof. J Bastiaans met gebruik van lsd oorlog-slachtoffers hun kampsyndroom herbeleven –– opdat ze betere nachtrust verkregen.


Afgezien van de onvermijdelijke bad trips ervoeren patiënten volgens research-resultaten uit die begintijd doorgaans vooral ‘een intense warmte en harmonie’.


Eventuele verbeteringen werkten wel maandenlang door maar bleken doorgaans niet blijvend.


In retrospectief vinden hedendaagse therapeuten en ict-creatievelingen dat ‘die halvegare hippies’ die met hun ‘krankzinnige dosissen’ de binnenkant van hun schedel aftastten, de schuld ervan zijn dat er een set back van maar liefst vier decennia is geweest.


Sinds 1998 is het experimenteren met het niet-verslavende lsd (uit graanschimmel) en psilocybin (uit paddenstoelen) in de VS echter geleidelijk weer wettelijk toegestaan. 


Kennelijk dringt het nu tot de politiek door dat het toenemende gebruik van pijnstillers (uit opium) weliswaar op zeer neoliberale wijze zeer winstgevend is – met name voor de o, zo kunstminnende Sackler familie – maar dat het inmiddels tot vele, vele verslaafd-gemaakten heeft geleid.


De huidige 2.0 ict-generatie past sinds een enkele jaren microdosing toe: een hele lichte, drie-dagelijkse dosering lsd of psilocybin. Naar eigen zeggen: om creatiever te kunnen focussen op hun carrière-doelen. 


Op hun beurt had de 1.0 generatie psychonauten dit veroordeeld als pragmatisme – toentertijd een vloek, tegenwoordig een vereiste op elk cv.



Met name Timothy Leary – volgens de oorspronkelijke psychonauten een ergerlijke narcist die met verkeerde publiciteit alle eer naar zich toe trok – zorgde ervoor dat de beoogde ‘nationale mentaliteits-verandering’ (mind you) niet werd bewerkstelligd maar wel juist de criminalisering van geest-verruimende middelen.


Peace, love, flower power, I am you and you are me and we are all together… de Nixon regering zag de bereidwilligheid onder jongeren om het leger in te gaan rap afnemen. 


Day-trippers verkozen Lucy in the Sky with Diamonds (4) boven een enkeltje Vietnam –– ook al was een lsd-trip evenmin per definitie een retourtje.


Er bestaat nog een tape van een bijeenkomst in Los Angeles van de pioniers uit het pré-hippie tijdperk.(3)

Stuk voor stuk interessante namen om verder op te


googlen: Humphry Osmond, Sidney Cohen, Myron Stolaroff, Willis Harman, Timothy Leary en met name Al Hubbard, als altijd in uniform, bewapend en tijdens de bijeenkomst reeds 78 jaar oud.


Hoe nu verder? had het motto van hun historische bijeenkomst kunnen luiden.


Op de band is op gegeven moment te horen dat uitgerekend Leary aan de groep de vraag voorlegt:


'Heeft iemand hier het gevoel dat we fouten hebben gemaakt?’

Na enige stilte mompelt er iemand: 


‘Ja, niemand gaf het aan Nixon.’


PS: Op z’n sterfbed in 1963 verzocht Aldous Huxley – op een bewaard krabbeltje – z’n vrouw Laura hem te injecteren met een lichte dosis lsd.

Het denken kan nooit een psychologisch probleem oplossen.


 

Het denken is nooit nieuw en kan daarom nooit een werkelijk diepgaande vraag beantwoorden.


Het oude brein kan psychologische problemen niet oplossen.(6)


     1.      David Bohm in gesprek met J. Krishnamurti. Audio, 1972.

     2.      ‘How Silicon Valley discovered LSD.’ FT 12 augustus 2017

     3.      Michael Pollan: ‘How to change your mind.'

     4.      Beatles songtitles.

     5.      Jesse Jarnow: ‘Heads, a biography of psychedelic America.’

     6.      J. Krishnamurti: ‘The awaking of intelligence.’

     7.      Robert Hartzema: ‘Shabkar. De Vlucht van de Garuda’. Karnak. 

     8.      Paul van der Velde: ‘Schemerwoorden, boeddhistische poëzie uit middeleeuws                  Boekhandel Roelants.

     9.      20 december ’18 blijkt het boek vertaald onder de titel ‘Verruim uw geest.’


All photographs and texts ©Kashba  Ais Loupatty & Ton Lankreijer.Webdesign:William Loupatty