kashba

Kathmandu in de winter

Home


KASHBA Asiatica


Ais Loupatty  

Ton Lankreijer


Staalstraat 6

1011 JL Amsterdam



Open 12:00 – 17:00

Zondag / Sunday 14:00 - 17:00




Contact:


31-20 - 6 23 55 64

06 - 588 41 370


lankreijer@me.com


kashba@planet.nl


Misschien neigt het naar negentiende-eeuwse, Europese schilderkunst, maar op slag herkennen we beiden de bazaarstraat uit de zeventiger jaren: Asantole! 


En dus is het goed.


En verkocht.


- Faded Valley, zeg ik hardop, kijkend naar het schilderij.


'Vanishing valley zou beter Engels zijn,' mompelt de Amerikaanse koper.


- Nou ja, het gaat over pover licht. In winterse duisternis.


'Oké, laten we het Lost light in the vanishing valley noemen.’





- Dat is geen titel, eerder een inhoudsopgave. Zijn er hier niet talloze tenten Lost something heten?  Lost Horizon of Lost Shangri-La...?


‘Ha, zoals dat nieuwe logement in Thamel. Die met dat brede zeezicht op de muur van de buren en zich Himalayan Beach Resort noemt.’


'Wordt een zonsondergang ècht mooi,’ luidt een regel onder bergbeklimmers, ‘dan moet je als de donder naar beneden.' 


Anders red je het niet langs snel donker wordende paden en richels terug naar tent of Guesthouse.


Zoiets geldt tegenwoordig ook voor the vanishing valley: beter voor het donker thuis.



Winter in de Himalaya: 's nachts daalt een kille, vochtige mist over de valleien in het middengebergte.


De zon heeft er een paar uur voor nodig om de grauwe sluier te doen stijgen en verdampen.



Juist in de wintermaanden lijkt men meer op straat te leven. En op de daken. Althans overdag. Om toch even te wentelen in de warme stralen komt men graag even naar buiten.



Honderd tot 168 uur per week zet de overheid de elektra uit: er is een chronisch tekort aan stroomvoorziening. Op zich eigenlijk vreemd in een land met zo’n enorm potentieel aan waterkracht, gutsend van ’s werelds hoogste bergtoppen.


Maar de strijd tegen politieke corruptie, almaar toenemende hoeveelheid apparaten voor koken, verwarming en computers, plus dan nog een terugtrekkende sneeuwgrens.. die strijd lijkt al een halve eeuw niet te winnen.


Het aantal uren loadshedding – een eufemisme uit de Brits-Indiase tijd - stijgt naarmate de jaarlijkse regentijd langer geleden is.



Hoe ouder, hoe kouder, lijkt het langs de straatjes. Bij de middelste boerin voel je het versleten kraakbeen, de rechter zoekt steun. De kou lijkt hen ook moe te maken.


Toch staan deze Jyaphunis de komende regentijd gewoon weer tot hun enkels in het water van de terrassen. Om als elk seizoen diep voorovergebogen de jonge rijstscheuten stuk voor stuk met de hand in de natte klei te planten.




Hoe preuts de Newarezen van oudsher ook zijn, de eeuwenoude badcentra in de dorpen zijn altijd wijd en open van structuur. Zelden tot nooit staan er bomen omheen geplant. Om hand-tastelijkheden te vermijden, dacht ik jarenlang, maar de reden is simpeler: om kille schaduw in de winter te vermijden.


Nog iets hoger in de bergen kunnen je voeten tijdens het trekken bevriezen, terwijl je hoofd transpireert en bescherming nodig heeft tegen de zon.


Winter betekent hoogseizoen voor de rondtrekkende bedden-opschudders uit India. Het liefst kruipt men ’s nachts tegen elkaar, waardoor het matras al gauw dun aanvoelt. De snaarschutters geven het geplette kapok weer volume. Met hun stokken en snaarinstrumenten slaan en schieten ze de vlokjes en plukjes weer terug de slaapzak in.  


Met grove steken naaien de mannen er vlug nog wat compartimenten in, opdat het verspreid blijft zitten. 


Als deken is het een zware vracht om onder te slapen. Vermoeiend.


Maar weinig zo vast als slaapgewoontes. De ‘moderne’ slaapzakken van de bergbeklimmers werden lang geleden al gewogen maar worden nog steeds te licht bevonden.



Kennelijk biedt het sensuele deze oudere mannen niet meer zoveel warmte, ze hebben het althans letterlijk de rug toe gekeerd.




'Waarom is toch uitgerekend de winter de juiste tijd om te trouwen?' vraagklaagt iemand in m'n gedeelde taxi; ze zet haar kraag op en rilt.


‘Omdat je beter kunt feesten na de oogst,’ reageer ik, ‘als de dieren op hun vetst zijn.’


'Welnee, omdat het dan koud en donker is,’ knipoogt haar vriend.


De meeste uitnodigingen probeer ik te omzeilen. De ceremonie bij het meisje thuis duurt namelijk eindeloos lang. Ook het feestmaal is iets om beleefd te ontlopen. Moeilijk zonder de ouders voor het hoofd te storen. 


Soms helpt het vegetariër te zijn. Aangeschoten rondkijkend, concluderen de mannen dan meestal dat er inderdaad niet echt iets te eten valt.


Het slotfeest bij de jongen thuis stelt tegenwoordig niet veel meer voor dan tegen elkaar - of tegen de muur - hangen en zuipen. Maar zou dat vroeger langs de rijstvelden veel anders geweest zijn dan nu in de stad?


‘He, een vreemdeling, leuk! Kom! Drink! Drink!'



Aan sommige uitnodigingen valt echter niet te ontkomen.


Het eerste hapje rijst van een baby is een ritueel momentum in een land met nog steeds een hoog percentage kindersterfte; na de eerste zes maanden acht men de gevaarlijkste tijd voorbij.

 

- Wat voor een kado breng je dan mee, vraag ik aan een jonge vader.


'Een kilootje rijst,' zegt hij – en even neem ik hem nog serieus ook.


Aangezien ze hier geen bloemisten kennen, sta ik een uur later in de deuropening met een bos Chinese kunstbloemen voor de moeder en een speelgoedbeest voor het kind - uit dezelfde kadowinkel, ja - en voel me tamelijk voor aap staan. Het zittende gezelschap kijkt op naar de grote, late westerling met allerlei plastic troep in z’n handen, een soort vogelverschrikker.


'We hebben nog 'n poosje op je gewacht.’


Aan hun blik te zien is het me alweer vergeven.



Een van de nieuwste pogingen om kindersterfte terug te dringen, stond een dag eerder beschreven in de Kathmandu Post: zwangerschapsbegeleiding voor veraf en hoog gelegen gebieden via de smartphone.


Als het van levensbelang is, hoef je nergens uit te leggen hoe internet werkt. De natuur, zelfs bevalling, zit kennelijk ingewikkelder in elkaar.



Het digitale tijdperk vergroot het generatie-verschil soms op hilarische wijze.  Met haar smartphone legde een jonge vrouw de corruptie van de oude garde vast. 


Ze stond op het punt naar Canada vliegen. Het verkrijgen van de benodigde paperassen is een geld en tijd verslindend gedoe voor Nepalezen, maar ze had alles voor elkaar gekregen.



Misschien doordat de Sherpa-vrouw uit de hoge bergen afkomstig was - die worden nog steeds voor onnozel gehouden door stedelingen - dacht de immigratiedienst op de luchthaven er nog wat steekpenningen aan te kunnen overhouden. 


De stapel documenten werd als onvolledig terzijde geschoven. Bij een kleine duizend euro smeergeld zouden ze het echter door de vingers willen zien. 


De familie van de vertrekkende vrouw bracht het bedrag net op tijd bijeen opdat zij toch nog het vliegtuig kon


halen. Een nieuw tickets kost immers meer en een nieuw visum zou zo maar weer geweigerd kunnen worden.


Echter, met haar smartphone filmde de jonge vrouw de onnozele, corrupte ambtenaren. 


Na aankomst in Canada zette ze het filmpje op YouTube en mailde de link naar de televisie-stations in Kathmandu.


Je zou denken dat na de rel die vervolgens uitbrak, de digibete, corrupte oudere garde was gewaarschuwd. Binnen twee weken lees ik echter nog drie van dergelijke gevallen in de krant.



Tamelijk achteloos knipt de telefoontechnicus draden weg. 


- Vanwege de komst van de mobiele telefoon? vraag ik.


'Nee,' lacht hij, ‘achterstallig onderhoud.’ 

Ik geloof er niks van. 


De meeste tijd is hij kwijt aan het zoeken naar het juiste kabeltje.


Opleiding blijft zo'n beetje het hoogste goed – ook als statussymbool - dat ouders een kind willen meegeven. Hoe hoger de opleiding, des te makkelijker uit te huwelijken. Ook al brengt de vrouw bij rijke of traditionele families vervolgens zelden nog haar opleiding in praktijk.


Sinds de komst van Facebook is het voor traditionele ouders uiterst moeilijk voor hun zoon een vrouw te vinden wiens afbeelding niet al op internet staat en dus te modern en losbandig zal zijn.


Op de foto hierboven botst rond de klok van tien de binnenstormende dagschool met de naar buiten stormende ochtendschool (06:00 – 10:00) voor werkende kinderen (op het land of in een winkeltje).


Een andere, leergrage groep vormen Tibetanen - gelijk de meeste vluchtelingen, wereldwijd. De armsten onder hen, zo'n twintigduizend in aantal, kunnen nog steeds geen officiële status, rijbewijs en andere benodigde documenten verkrijgen. 

 


Het krijgen van kinderen is bij gevolg een permanente stress: de kleintjes worden eveneens op allerlei fronten uitgesloten wegens gebrek aan de juiste documenten. 


Veel moet door henzelf worden georganiseerd. Zoals bijvoorbeeld bijscholing voor de ouders. Om mee te kunnen in de nieuwe omgeving, met de ingewikkelde regelgeving èn met hun eigen kinderen die zich snel en modern ontwikkelen.



Wie ook bijleren zijn de witkwasters - en ook dat werd tijd. Maar eerst iets anders. 



In een van de kloosters in Bodha hing bijgaande zwart-wit foto. Hoog aan de muur, in een miezerig lijstje. In het duister schiet ik dit even miezerige fotootje. 


Wellicht is de foto rond WO I genomen vanuit een van de eerste vliegtuigen boven Nepal. Wie weet door die ene vrouw die als eerste een kist over de Himalaya vloog…. (haar naam is me met m’n boeken ontstolen in de zeventiger jaren; door een van de allereerste junkies in Nepal- dat dan weer wel). 


De kordate, Amerikaanse (?) vloog over Bodha in een tijd dat de mandala-vormige stupa nog van alle richtingen duidelijk zichtbaar was als een landelijk herkenningspunt. Of de karavaan nu vanaf de Indiase vlakte omhoog trok of vanuit de Tibetaanse Himalaya neerdaalde, het moet een warm gevoel van aankomst hebben gegeven bij al die kooplieden die heen en weer trokken door dat ontoegankelijke landschap met dat ruige klimaat. Een baken in het middengebergte.


Vol trots toont een Newarese kennis zijn nieuwe huis. Vanaf de zesde verdieping neem ik bijgaande foto. De omringende huizen houdeneen van ’s werelds grootste stupas al bijna uit zicht.


De meeste religieuze bouwwerken vormen een beschutting, een overkoepeling voor gewijde stilte en ruimte. Een stupa drukt de symboliek daarentegen uit in massa.



Al eeuwen zijn schilders in de weer om het bouwwerk wit te houden. Dit gebeurt met eindeloos veel lagen kalkwater die met elke moesson weer worden weggespoeld zijn. Heel soms wordt de kalk gemengd met geofferd goudstof (of een stof die dit moet verbeelden). 


Twee maanden geleden kwamen de eeuwig-straatarme witkwasters op een idee. In plaats van te wachten op initiatief en geld van een plaatselijke vereniging of een rijke devoot, vroegen ze aan biddende rondgangers om een zakje witsel te kopen als bijdrage aan hun geliefde stupa. 


En waar geld omgaat, ontstaat als vanzelf een extra zakcentje. Voor het eerst in eeuwen groeide het aantal witkwassers enorm, braken er onderlinge gevechten uit en moest de lokale overheid ten slotte ingrijpen.



Of het nu is voor een goede reis, voor een ziek kind of een overleden familielid: moet je puja, dan doe je puja.


Desnoods scherm je een deel van de straat ervoor af, waardoor langdurige opstopping ontstaan – maar dat veroorzaakt dan weer foto’s als deze.


Twee weken later moet ik weer met eerder genoemde Amerikaan mee om nog een ander schilderij te bekijken. Het doek is veel groter dan de lost light -voorstelling aan het begin.


- En, heb je al een titel? 


We lopen met de opgerolde aanwinst onder de arm door straatjes als afgebeeld op het schilderij zelf.


'Hm… chromatic chorus blends along bustling bazaar… how about that..?'


- Bends or blends?


'Bends..? Nah, go with blends…  Bends is for one actually walking through the painting. While blends is for the outside observer of a picture of a colorful market street.'



- Chaos blending into abstract, probeer ik bij te dragen.


'That's… too literal, unimaginative, worse, it lacks any and all poetry of mind, sight and spirit.'


- Okay, whatever.

'We're merely naming a picture here, not technically describing the curriculum of an art history class.' 


- Is that so…?


Het wordt laat op de avond, de luiken gaan dicht. Nog steeds mis ik op dat moment de gezangen die in de zeventiger jaren vanuit tempeltjes en gebedshuizen klonken. Oudere mannen die zinnen zongen die voor één adem-teug geschreven leken. 


Nu, zovele jaren later, lopen deze twee oude mannen door een heel ander schilderij.


'Cromatic chorus amidst bustling bazaar,' loopt hij hardop peinzend verder, 'or... chromatic chorus amidst Nepal's bustling bazaar.. The words should attempt to be of the same aesthetic stuff as the material they describe, you know…'


Ondertussen valt een mistige avondlucht over de vallei die zich vermengd met de wierook uit de tempeltjes, de rook van kookvuurtjes uit de huizen en de achtergebleven koeienstront op het wegdek….




Also see movies


blog inhoud




18 dec. 2012 13:35





All photographs and texts ©Kashba  Ais Loupatty & Ton Lankreijer.Webdesign:William Loupatty