Home
KASHBA Asiatica
Ais Loupatty
Ton Lankreijer
Staalstraat 6
1011 JL Amsterdam
Open 12:00 – 17:00
Zondag / Sunday 14:00 - 17:00
Contact:
31-20 - 6 23 55 64
06 - 588 41 370
Nepal, juli, moesson: een loodgrijs gordijn waarachter je beter wat vitamine D kunt slikken en mogelijk wat antidepressiva om Mahakala op afstand te houden.
Toch zijn de regens weldadig: alle stof en pollutie van het afgelopen jaar lijkt weggespoeld, de lucht gereinigd en rijk aan ozon, dramatische wolkpartijen die plots pal boven je hoofd kunnen knallen met een voelbare luchtdruk. Je voelt je sowieso overgeleverd aan de elementen, met het legitieme excuus niets anders te hoeven dan je over te geven aan verveling en te kijken naar de loodrechte stralen.
Evenals de rijkeren in de vallei, beschikt m'n guesthouse over zware, geïmporteerde batterijen die zich automatisch opladen zodra er wèl reguliere stroomvoorziening is. Opdat de gasten in de donkere uurtjes bij een mager pitje hun kamer kunnen vinden en er een boek kunnen lezen.
Ik foto-fröbel dan liever — in de koplamp van m'n laptop – en hoop dat de batterij het volhoudt.
Met deze hap-snap serie tot gevolg.
Dankzij corruptie én almaar meer apparaten – koken, verwarming, tv – blijft het tekort aan elektriciteit chronisch. Gelijk de drinkwater-voorziening. Want ook het waternet werkt sinds de vijftiger jaren volgens het
loadshedding-systeem: slechts een paar uur per dag komt er per wijk mogelijk wat ‘drinkwater' uit de kraan.
Heb je geen geld voor een zuigpomp om het water naar je toe te trekken, dan gaat het door naar de buurman die er wel over beschikt. Als er tenminste gelijktijdig elektra is. Maar heeft hij tevens een kleine generator staan, dan is elke minder gefortuneerde kansloos.
Oude en nieuwe waterputten moeten het tekort in de vallei aanvullen. Sommige zijn wel twintig meter diep, als het niet meer is.
Japanse technici deden onderzoek en waarschuwden dat Kathmandu hetzelfde lot tegemoet gaat als delen van Mexico City: verzakkingen, instorten van huizen, wegvallen van voorzieningen, enzovoorts.
Bij gevolg blijft er in dit land in de Himalaya een chronisch tekort aan elektra en water.
Ondanks het enorme potentieel aan witte stroom, waterkracht, en ondanks de pittige, jaarlijkse moesson.
Eind juli offert men in de ochtend aan Naga, de Grote Almachtige Slang, belichaming van oerkracht, tijdens het Nag Panchami festival.
- Offert men omdat er tijdens de moesson giftige slangen naar boven komen? vraag ik aan een jonge gelovige. Hij is net per boot rond het tempeltje in het waterbassin van het dorp heeft gevaren – zwemmen doen ze van oudsher niet zo in de Himalaya.
'Nee. Naga heerst over àl het water in de vallei.'
- Men offert opdat er voldoende regen zal vallen?
'Nee, nee, opdat we niet verzuipen.'
- De oogst, bedoel je?
(De vallei is wel erg groot om ineens vol te lopen).
'Nee, wij! Vroeger, heel vroeger, was de vallei ook een groot meer.'
- En toen heeft Manjushri in het westen de rand van de vallei
doorklieft en het water laten weglopen, bedoel je dat, die legende?
'Ja, ja..,’ kijkt hij me met opgetrokken wenkbrauwen aan.
- Kun je dan niet beter offeren aan Manjushri zelf.
'Eh.. dat moet je de priester maar vragen.. ik moet nu naar huis.. ontbijten..
namaste..’
De zevende dag kent ook hier steeds minder tempelgangers. Voor een groot deel zijn het aktieve bejaarden die hun morningwalk doen.
Als elke ochtend, beginnend tussen vier en vijf uur. Hoe later ze opstaan, des te warmer en meer pollutie.
Bij gevolg sta ik op een zaterdagochtend, de 'dag des heren' hier, te dubben aan de balie van het guesthouse: wat te doen in deze vroege, vrije uurtjes.
Een overvriendelijke trainee komt pakt een toeristenbrochure, maar de al wat oudere receptionist wuift hem weg: 'Deze-hier is verwend, heeft alles al drie keer gezien.'
'Waarom ga je niet 'n keer naar mijn geboortedorp?' oppert z'n collega.
- Waarom zou ik?
'Het is er heel stil en momenteel intensely green and quiet, de nieuwe rijstaanplant is namelijk net geweest.'
Op de hotelcomputer toont hij via Google Earth tegen welke helling van de vallei z’n dorp ongeveer ligt.
- Oké, moet ik daar nog iemand de groeten doen?
‘Jij? Je jaagt ze de stuipen op het lijf.'
De natte mist, bovenaan de heuvelrug, likt en slurpt zich naar beneden; alles is nat zonder regen.
En intensely green, inderdaad. Natuurlijk zijn het tientallen tinten die samen die bijzondere kleur vormen, maar er is weinig zo vrolijk en sappig groen als velden vol jonge rijstscheuten.
De klappende vleugels van een kraai verhevigen de stilte.
De zompige grond dempt alle geluid.
Intensely quiet.
En dan klinkt er vanuit een van de lemen huisjes 'n smartphone op.
Als een oproep uit een ander kosmisch stelsel.
Intens vreemd.
Een bericht in de Kathmandu Post schiet me te binnen. Over: waarom men in straatarme gebieden zoveel geld besteed aan dure digitale 'speeltjes' als iPhones, Samsungs, HTC One's, enzovoorts. (Extreem veel goekopere smartphones zijn in India reeds in de maak.)
Zoals het mobieltje in armere landen de kostbare bekabeling voor vaste telefoon overbodig maakte, zo slaat de smartphone de behoefte aan een computer over. Ineens is er iChat, Google, Mail, fotoverkeer en wat-al-niet beschikbaar.
Ineens is een lemen bergdorp als dit aangesloten op de rest van de wereld.
En? Wat vond je van m'n geboortedorp?
- O, eh.. intensely green and quiet.
‘Didn’t I tell you..?!'
Met zoveel apen in de buurt, blijven de ramen potdicht.
Een kleine volkswoede brak uit toen, begin zestiger jaren, magere mannen van de Chinese ambassade de tempelapen probeeerden te vangen om op te eten. Dat zo’n beetje elke tempelganger een hekel heeft aan de soms zeer agressieve dieren, deed er niet toe. Zeker niet in het aanschijn des Boeddhas.
Waarom sommige dieren wel respect krijgen en andere weer niet, is elke vegetariër een raadsel.
Jaren later hoopten een paar mensen in de buurt van de Swayambhu-heuvel apen te exporteren naar de dierentuinen, laboratoria of keukens in de rijkere wereld. Ze deden er alles aan om het aantal makaken te vergroten. Maar de regering durfde geen exportvergunning af te geven, indachtig eerdere opstanden onder gelovigen.
Met als gevolg dat er nu een nog veel groter aantal rond de stupa leeft. Verwende dieren die constant geïrriteerd lijken en in je bil bijten als hen even iets niet zint — grotedeels een reaktie op hoe ze al eeuwen bejegend worden door het soort dat het meeste op hen lijkt...
Wachten tot de regen voorbij is. Dat is het nadeel van een stupa oftewel ‘tempel in massieve vorm’: je kunt er niet even binnen schuilen.
Boeddha's in wording.
Bij een steenhouwersfamilie staat nevenstaand beeld een beetje achteraf,
duidelijk ‘voorlopig maar even' weggezet.
Tijdens het hakken spleet het hardsteen op onbedoelde plekken.
Toch raak ik gefascineerd: wat een fraaie symboliek om met vage contouren de toekomstige boeddha uit te beelden.
Of zoals de Dalai Lama graag mag grappen (ook al is
boeddhisme feitelijk geen religie):
‘Boeddhisme is veel democratischer. Niemand kan God worden, maar iedereen kan wel Boeddha worden.’
Anyone for Buddhahood?
Ik kan beter niet vragen wat het onaffe beeld moet opbrengen, wetende dat de luchtvrachtkosten er een veel-veelvoud van zullen zijn.
Een bevriende edelsmid vond het veiliger om op de bovenverdieping te gaan werken en verhuurt sindsdien zijn voormalige werkplaats als klaslokaaltje aan een aangrenzende school.
De juf kijkt me telkens weg als ik weer eens te langzaam voorbij loop. Begrijpelijk, want ze raakt hun aandacht kwijt.
Vanochtend kwam ik aanlopen en zag haar net het toilet in schieten… Uit het vrolijke gejoel zal ze hebben ingeschat dat de dagelijkse, vreemde passant heimelijk een stap naar binnen zette met z’n camera.
En dat kwam haar deze keer kennelijk wel uit.
Tja, maar een krantenwijkje kan dan weer niet...
Terwijl ik langs de Bagmati-rivier wat fotootjes maak, bast plots een stem achter me:
'You must take my picture, sir!'
- Must I ?
‘Yes.’
- Why?
‘I am the next president of Innnndiah.'
- Of Nepal, you mean.
'No, sir, Nipaul is insignificant. Of Innndiah!'
- And that's worth something, I assume.
'A hundred roepiahhh only, sir. It will prove to be a sound investment.'
- Okay, then let's do a state portrait.
'Very well, sir,' bast hij op bijna militaire toon en stelt zich op naast een kleine beeltenis van Shiva, 'do your part.'
- Yes, sir.
Natuurlijk zijn er net zoveel redenen waarom iemand zich bij de rondtrekkende baba's voegt als dat er baba’s zijn: honderdduizenden.
En natuurlijk klopt het niet dat ik alleen bij hem een mengeling van weemoed en nieuwsgierigheid voel opkomen doordat hij zulk luid en helder Engels bast.
Maar toch, waarom kiest zo'n man nou voor zo'n uitgekleed leven…
Elke hint naar zijn achtergrond serveert hij echter resoluut af: 'Let's not get into that matter, sir, all will soon be secret of state.’
Hm... ‘soon’…
Verdrukt in een straathoek staat een eeuwenoud Ganesh tempeltje, waar reeds talloze generaties elke ochtend even omheen liepen om hun respect te betuigen aan - of assistentie te vragen van – De Verwijderaar van Alle Obstakels himself.
Eeuwenlang lag dit straatje op de handelsroute tussen India en Tibet. Her en der kun je dit nog aflezen aan de wat grotere huizen die om tal van redenen op instorten staan.
Ondanks al het verkeersgeweld van De Vooruitgang is deze Ganesh zelf nog niet verwijderd als obstakel...
Op deze foto staat het enige moment dat het joch enigszins durfde òp te kijken bij al die plotse camera-aandacht.
De stagelopers maakten een itempje over kinderarbeid dat dezelfde avond nog de lucht in moest.
De interviewer eindigde bijna elke vraag met de woorden '...en kijk omhoog als je antwoordt.’
Ook dat laatste ging onverbloemd mee op de geluidsband.
Misschien helpt het als ik wegga, dacht ik, en kon de heren derhalve niet storen met wat mij bezig hield:
als het joch als kleine zelfstandige het leven bij de hoornen pakt, spreek je dan toch nog van kinderarbeid…?
Vader staat met een ballpoint te calculeren op z’n handpalm.
Het kind heeft een tafeltje in een paradijs van speelgoed.
Uit de megafoon kraakt een kinderliedje.
Zal 't joch in z’n verdere leven ooit nog lekkerder eten…?
Een priester bindt de jongen met een katoenen koordje aan de priesterkaste waarbinnen hij geboren is.
Een momentum, ten overstaande van een vrolijk zusje, een trotse moeder en een sceptische buitenlander.
Maar het komt goed, deze vier jongens zijn er ook mee groot geworden:
Je moet dáár fotograferen, knikt ze met haar hoofd, dáár komt de optocht aan. Zelfs haar oren flappen die kant uit.
‘Het gaat hem om je oorbellen,’ mompelt de boerin in de zwart-rode sari.
Koket gaat ze iets beter rechtop zitten.
Even een portret maken van de twee vriendinnen werd weggelachen: nergens voor nodig.
Een foto maken van het slapende kind op moeders schouder kreeg echter alle begrip en ruimte.
Gelukkig reikte m’n lens wat wijdser.
Vlak voor de rijstaanplant - aan het begin van de regentijd - is er van oudsher het koe-festival. Want als er nou één belichaming van vruchtbaarheid is…
Elke fase in de jaarlijkse cyclus van een boer heeft een bijbehorend festival, sommige seizoenen is er om twee weken wel eentje.
Maar het klimaat loopt niet langer synchroon met de tijd dat de festivals ontstonden. Mede dankzij de oprukkende digitale wereld loopt zowel het begrip als het animo terug en verschralen oude traditie tot karikaturen.
All photographs and texts ©Kashba Ais Loupatty & Ton Lankreijer.Webdesign:William Loupatty