kashba

'Seventy-five banners united over the field'

Home


KASHBA Asiatica


Ais Loupatty  

Ton Lankreijer


Staalstraat 6

1011 JL Amsterdam



Open 12:00 – 17:00

Zondag / Sunday 14:00 - 17:00




Contact:


31-20 - 6 23 55 64

06 - 588 41 370


lankreijer@me.com

kashba@planet.nl


'Seventy-five years, 

seventy-five banners united over the field.’

- after ‘Changing of the Guards

Dinsdag 1 november


‘Is het oké als ik een van die Tibetaanse hoornen wat uitprobeer?’ vraagt de man al binnenlopend.


Hij klinkt als een Ier, hij oogt als een hobbit – al helemaal wanneer z’n bolle wangen ook nog ’ns vuurrood aanlopen.


Meteen bij de eerste ademstoot sta ik perplex, hij tovert er een perfect geluid uit. Als een doorgewinterde monnik ergens in de Himalaya. Moet een muzikant in hart en nieren zijn.

Hij probeert een andere hoorn en produceert een heldere, zeer lage toon.


- Komt het door de lengte dat de ene hoorn lager klinkt dan de ander?


Altijd willen weten namelijk.


‘Nee, dat ligt louter aan de diepte van dit schoteltje.’ 


Hij legt z’n vinger op het mondstuk. 


'Hoe dieper het kommetje voordat het in de hoorn overgaat, des meer je lippen vanzelf  blrblrblrblrblr doen.’


Alsof hij een tandeloze baby nadoet die voor de lol z'n pap er weer uitgooit.


‘Heel anders dan deze Bengaalse schelp,’ zegt hij en haalt er meteen een lange, heldere klaroenstoot uit. 


Nog rooier.


‘Worden die niet gebruikt om te communiceren tussen bergkloosters en kluizenaars op verschillende berghellingen?'



Toegegeven, niet helemaal vrij van plagen, pak ik een Tibetaanse trompetje van menselijk dijbeen erbij.


Bijna niemand krijgt daar fatsoenlijk geluid uit, ook de monniken in de Himalaya niet. Meestal zetten zij het bot schuin aan de lippen om er met veel kracht een hoog, snerpend geluid uit te persen.


Allesbehalve strelend voor het oor.


De achterliggende veronderstelling is om met menselijke lichaamsdelen – een schedeltrommeltje bijvoorbeeld – geluiden voort te brengen die je tijdens diepe meditatie of overlijden zou horen: het suizen in de oren, het kloppen van het hart, het pulseren van het bloed, enzovoorts.


De meeste muzikanten schrikken ervoor terug om een mensenbot aan de lippen te zetten, maar hij neemt het met respect ter hand.


‘O, heb je d'r ook zo eentje?’ zegt hij verrast. ‘Nog persoonlijk gekend?’





Na enig passen en sabbelen haalt hij er een fraaie, iele klank uit - voor zover dat kan uit een stuk bot. En eindelijk begrijp ik ook de clou: heel zachtjes aanblazen.


‘Altijd leuk om vreemde voorwerpen aan de praat te krijgen,’ zegt hij bijna verontschuldigend, ‘maar ik ben eigenlijk gitarist, hoor. Daarvoor ben ik althans 'n dagje in Amsterdam.’


- Je treedt hier op?


‘Ja, gisterenavond, in de Ziggo Dome.’


- Kunnen daar niet… meer dan tienduizend mensen in?


‘Haha, ja, en het zat helemaal vol. Maar die kwamen niet voor mij, hoor, maar voor Paul Simon. Een van ons was hier gisteren bij je in de winkel, de drummer, hij kocht een paar van die cymbaaltjes. Zij lopen allemaal wat trager, maar ze zullen zo wel komen.’


- Ze..?


‘Ja, de groep is aan de wandel met Paul.’


– O… eh… moet ik daarna de deur sluiten…?


‘Hoe dat zo?’


- Nou, we hadden hier een keer Goldie Hawn in een strak hemdje en de winkel stond meteen stampvol.


‘Haha, ja, boobies, dan krijg je dat. Maar die heeft Paul niet, althans niet waarvoor er mensen komen. Hij valt niet op, glijdt er tussendoor, niemand merkt hem op, don’t worry.’


Twee dagen eerder


Om de hoek, op de Kloof, woont Bo. In een eerder leven had hij enig succes in de VS als drummer. Daarna als promotor. Terwijl ik de winkel open, komt hij met z’n hondje naast me staan en steekt meteen van wal:


’Kun je het geloven, man? Twee weken niets van je laten horen omdat je ‘sprakeloos’ bent. Je krijgt een Nobelprijs voor de literatuur en twee, drie weken kon je d’r even geen woorden voor vinden… What a schmuck.'


De dag van bekendmaking riep hij echter meteen hoe fantastisch het was dat Dylan de Nobelprijs voor de literatuur kreeg. ‘En zo terecht!’ Maar dat Dylan twee weken niets van zich liet horen, ging er bij hem niet in.


Ik haal m’n schouders op en zeg:


- Een Nobelprijs wìn je niet, je krijgt ‘m out of the blue, je hebt per slot nergens om gevraagd.'


Ik kan me trouwens ook voorstellen dat je niet geassocieerd wil worden met een organisatie die ‘Masters of War’ als  H. Kissinger en B. Obama een Vredesprijs gaf.


Maar bovenal plaag ik Bo graag een beetje, hij is een vriendelijke mister know it all – zeker als het over Amerikaanse muziek of politiek gaat.

– Een bekende Nederlandse schrijver, Harry Mulisch, vond openlijk dat hij de prijsbeker moest krijgen. Ook in de zeventiger jaren gingen er al stemmen op voor Bob Dylan.




Dat vond Mulisch ridicuul, Dylan was geen literatuur, dan hoefde hij ‘m niet meer. Dan kun je ‘m volgens hem nog beter aan Leonard Cohen geven, vond hij.


‘Leonard Cohen?! Zijn werk heb ik nooit muziek gevonden, man, daar kun je niet bij drummen. Die Mulisch heeft er niets van begrepen.'


Ik had geen zin de man uit de VS uit te leggen dat Mulisch het wellicht zei omdat bevriend collega Remco Campert inmiddels enkele teksten van Cohen in het Nederlands had vertaald. 


Frank Zappa vond dat hij na Like a rolling stone eigenlijk geen tekst meer bij z’n muziekstukken hoefde te schrijven. ’It said it all.’


Kort geleden hoorde ik het lied nog eens voorbij komen. Nog steeds aan te bevelen, zeker, maar wie zing-spreekt die tamelijk paternalistische tekst tegen wie eigenlijk?



Ahh you've gone to the finest schools, alright Miss Lonely 


But you know you only used to get juiced in it


Nobody's ever taught you how to live out on the street


And now you're gonna have to get used to it


You say you never compromise


With the mystery tramp, but now you realize


He's not selling any alibis


As you stare into the vacuum of his eyes


And say do you want to make a deal?


How does it feel, how does it feel?


To be on your own, with no direction home


A complete unknown, like a rolling stone


– Je hebt helemaal gelijk, zeg ik om te voorkomen dat Bo meteen verbaal uit de startblokken vertrekt. Ik vind namelijk dat je bij songwriters tekst en muziek niet kunt scheiden. Het een beïnvloedt het ander, en geeft zo een meerwaarde. Zoiets. Dylans teksten are great maar of z’n muziek instrumentaal overeind blijft, betwijfel ik. 

‘Uh… daar heb je een punt,’ zegt hij – met enige tegenzin.


Wow, Bo geeft me gelijk, ik maak een vreugdedansje. De uitstallende groenteman verderop kijkt er even van op.


‘Wat bedoel je daarmee…’ vraag Bo met enige argwaan, 'vind je me echt zo eigenwijs..?’


- Welnee, ik ben gewoon blij om overmorgen op reis te gaan, jok ik om hem gerust te stellen.


‘Welke muzikant had dan de prijs volgens jou moeten hebben?’

- Iemand die tekst en muziek perfect aan elkaar weet te smeden… eh… Paul Simon misschien?


Literatuur, muziek, wetenschap, ik weet dat Bo graag mag selecteren onder De Geselecteerden, zeg maar, z’n eigen bevolkingsgroep.

Het hondje wil weg en hij geeft mee.


‘Daar moet ik nog ’ns over nadenken.’ 


Dinsdag 2 november schud ik Paul Simon de hand. Rondkijkend vraagt hij hoe lang we de winkel al hebben. Het blijkt de inleiding tot iets waar hij kennelijk mee bezig is. 


‘Afgelopen week werd ik 75. Ik denk er vaak aan om te stoppen, ik kan er toch niet eeuwig mee door blijven gaan. Ik moet er hoe dan ook mee breken.’


In een ochtendkrant las ik dat hij in het Ziggo Dome ‘zowaar een dansje op het podium had gemaakt’. Kennelijk was dat nieuws.


- Hm, use it or lose it, zeg ik wijsneuserig. Toen ik begin dertig was, ondervond ik op een ruwe manier dat je niet moet breken maar wat je bereikt heb beter kunt transformeren naar een vorm die je wel wilt behouden. En toen ben ik gauw terug gerend.


Hij kijkt me aan en zegt langzaam: 


‘You were lucky to see that, then.’


- Transformeren is een betere term dan breken, hoor ik mezelf m’n hand overspelen.


M’n gedachte op zich is goed, maar een woordkunstenaar de les lezen… nota bene in z’n eigen taal……


De sfeer blijft echter heel gemoedelijk. De bandleden kijken geïnteresseerd rond en kopen kadootjes voor thuisblijvers. De drummer staat te twijfelen over een oude sjamanenketting met een honderdtal verschillende belletjes. Hij kijkt nog ’ns naar de prijs en hangt ‘m terug. Paul pakt de ketting en legt ‘m op de toonbank met z’n creditcard ernaast.


‘Wat vind je Pauls beste plaat?’ vraagt een bandlid.


- The Capeman, zeg ik meteen.


Het is een van de weinige platen die Bo en ik gemeen hebben qua smaak. 


De groep reageert tamelijk verrast. 

Wat mij weer verrast.


‘Je bent de eerste in een lange tijd die dat weer 'ns zegt.’

‘Het kostte hem bijna de kop als enkele Portoricaanse groeperingen hun zin hadden gekregen.’


‘Any song in particular?’ vraagt Paul.

- Trailways Bus.

 

‘Yeah,’ knikt hij, even bedachtzaam en lijzig als hij op alles lijkt te reageren, ‘that is a good song.’


Trailways Bus handelt over een immigrant die na een illegale grensoverschrijving per bus naar het noorden vlucht. De melancholische, latijnse melodie en de verschillende stemmen sluiten perfect aan bij de tekst.


A passenger traveling quietly conceals himself


With a magazine and a sleepless pillow


Over the crest of the mountains


The moon begins its climb


And he wakes to find he’s in rolling farm land


The farmer sleeps against his wife


He wonders what their life must be


A Trailways bus is heading south


Into Washington, DC





The shadow of the Capitol dome


Slides across his face


And his heart is racing


With the urge to freedom

 

The father motionless as stone


A shepherd resting with his flock


The Trailways bus is turning west


Dallas via Little Rock



 

The border patrol outside of Tucson boarded the bus


Any aliens here, you better check with us


A mother and child, the baby maybe two months old


Prepare themselves for sleep and feeding


How ‘bout you son?


You like you’ve got Spanish blood


Do you habla ingles? Am I understood?

 

Yes, I am an alien from Mars


I come to earth from outer space


And if I traveled my whole life


You guys would still be on my case

 

But he can’t leave his fears behind


He recalls each fatal thrust


The screams are carried by the wind


Phantom figures in the dust


Phantom figures in the dust


Ondertussen moet ik denken aan m’n eerdere conversaties met Bo. Het zou leuk zijn straks een beetje te kunnen opscheppen tegen hem.


Ik besluit onze eerdere discussie samen te vatten en begin aldoende aan een warrig verhaal. De oudere mannen luisteren geduldig en plaatsen af en toe snedige opmerkingen.


‘Dylan heeft al minstens dertig jaar geen mùziek meer gemaakt. En zeker geen nieuwe muzikale ontwikkeling.’


‘Cohen…’ aarzelt Paul, ‘hardly made any good songs at all.'

- A few, kom ik in verdediging.


‘Susan?’ vraagt hij een beetje spottend.


- Nee, maar wel op de eerste elpee, ik geloof dat het the dealer song heet of zoiets.


Hij fronst, weet niet welke song ik bedoel.


- He was just some Joseph looking for a manger, citeer ik een regel die komt bovendrijven.


And then sweeping up the jokers that he left behind


You find he did not leave you very much, 


not even laughter


Like any dealer he was watching for the card 


that is so high and wild


He'll never need to deal another


He was just some Joseph looking for a manger...




‘O, ja… that one… oké, enkele goeie songs dan.’


Beetje hakkelend begin ik aan m’n stelling dat je lyrics en muziek überhaupt niet kunt scheiden. 


De band zwijgt en luistert beleefd.


Ik ga dapper verder met dat àls er al een dergelijke prijs moet bestaan, dan zou die voor tekst èn muziek moeten zijn en dat mij als jarenlange fan thans de eer te beurt is gevallen om de Kashba Nobelprijs uit te reiken aan... Paul Simon.


Ze schieten allen in de lach en Paul neemt m'n kadootje - een vlug maar fraai ingepakt Tibetaanse zilver doosje - vriendelijk in ontvangst. 

Op z’n Aziatisch: zonder het open te maken.


Na een uurtje loopt de band de Staalstraat weer uit, een groepje


oudere mannen, niemand kijkt ervan op. 


Phantom figures in the dust.



 

Een vriendinnetje komt aanfietsen.


- Je komt net te laat, kijk, daar gaat Paul Simon, he just left the building.


‘O, een BN’er, wat leuk, dat is toch die acteur?’


Ze is 23 en ja, ook van Bob Dylan heeft ze gehoord.


‘Dat is die tekstschrijver voor Adèle. Toch...?


Wat staan jullie nou te lachen?’


You would not think to look at him, but he was famous long ago,

for playing the electric violin on Desolation Row.



PS  7 June 2017

Our songs are alive in the land of the living. But songs are unlike literature. They're meant to be sung, not read. The words in Shakespeare's plays were meant to be acted on the stage. Just as lyrics in songs are meant to be sung, not read on a page. And I hope some of you get the chance to listen to these lyrics the way they were intended to be heard: in concert or on record or however people are listening to songs these days. I return once again to Homer, who says, "Sing in me, oh Muse, and through me tell the story."


Nobel Lecture - Bob Dylan 


blog inhoud

 



2 dec. 2016 07:31

- Desolation Row, Bob Dylan 1965



All photographs and texts ©Kashba  Ais Loupatty & Ton Lankreijer.Webdesign:William Loupatty