kashba

Een bijzonder beeld

Home


KASHBA Asiatica


Ais Loupatty  

Ton Lankreijer


Staalstraat 6

1011 JL Amsterdam



Open 12:00 – 17:00

Zondag / Sunday 14:00 - 17:00




Contact:


31-20 - 6 23 55 64

06 - 588 41 370


lankreijer@me.com

kashba@planet.nl


Op de bovenverdieping van het Wereldmuseum staat bij de ingang tot de Tibetaanse collectie een levensgroot sculptuur van Avalokitesvara. 







Het beeld personifieert liefde, compassie en eenheid. Evengoed heeft het een opmerkelijk gewelddadige geschiedenis achter zich. 









Afgelopen jaren werkten we mee aan de restauratie ervan, opdat de geplunderde symboliek weer als vanouds aanschouwelijk zou zijn. 











Soms wordt eraan voorbij gegaan dat veel oude schilderingen en beelden ontstonden in een tijd dat een groot deel van de mensheid kon lezen noch schrijven. Men was aangewezen op beeldtaal om de - meestal religieuze - boodschap over te brengen.


Bij elke Tibetaanse tempel, bijvoorbeeld, wordt de essentie van het gedachte-goed uitgebeeld in een groot, geschilderd levenswiel terzijde van de ingang. Meestal staat ook Avalokitesvara erbij afgebeeld.


Voor miljarden mensen in verschillende culturen is Avalokitesvara reeds millennia een leidraad in hun geestelijk leven. De uiterlijke vormen verschillen weliswaar maar de achterliggende bodhisattva-gedachte is overal dezelfde. 




Wie verwacht dat men in andere werelddelen weet wie Jezus Christus of Johan Cruyff was, moge op zijn beurt deze namen wel kennen: 


Avalokiteshvara (India), Nātha (Celon), Padmapani (Nepal), Guanyin (China), Chenrezig (Tibet), Kannon (Japan). 


Of het een man of vrouw betreft, wisselt door de eeuwen en is hier duidelijk niet van belang.




                    Guanyin, hout. De 'open zit geeft de bereidwilligheid aan 


                    om van de troon af te stappen en te helpen. China.


Tibet.

India

Nepal

Gebedsdoos, Tibet



Nepal

Waarschijnlijk Tara, geboren uit een traan van Avalokitesvara, Nepal.


Nepal



Wat houdt de wijdverspreide bodhisattva-gedachte in, wat drukt het Tibetaans-Chinese beeld in het Wereldmuseum precies uit? 


- De vele hoofden geven aan dat mededogen geen medelijden is maar samengaat met wijsheid. 


- De vele armen duiden dat inzicht niet anders dan tot handelen kan leiden, to see is to act (hetgeen niet per se iets doen inhoudt). 

- De symbolen in de handen lichten de belangrijkste aspecten van compassie nader toe (zie aan het eind).


In elke hand kan een oog zijn aangebracht om te benadrukken dat de spontane genegenheid om anderen te helpen geen blinde emotie of sentiment is, maar dat compassie voortvloeit uit het herkennen van het leed en lijden van alle wezens op aarde.


Of zoals de oude wijze het verwoordt: ‘U is de wereld en de wereld is u. Het is niet uw of mijn leed.’


In zestiger-jaren taal: ‘I am he as you are he as you are me and we are all together.…’


In zelfhulp taal: ‘Werken aan jezelf door er te zijn voor de ander.’


In Cruyffiaans (hem pas horen zeggen in een documentaire): ‘Je moet natuurlijk altijd individueel beginnen, maar het gaat om het totaal.’


Uitgerekend vandaag bericht de Volkskrant over de ontdekking dat bijen met elkaar communiceren via trilsignalen van hun vleugels.


Zo stopten meer bijen met hun dansjes bij een aanval door een reuzenhoornaar, en verlieten minder bijen het nest wanneer het gevaar pal voor de deur stond.


Bijenkenner Koos Biesmeijer reageert enthousiast op de nieuwe bevindingen. 'Communicatie bij bijen blijkt keer op keer ingewikkelder dan gedacht', meent hij. Bijzonder is dat de kolonie succesvolle beslissingen neemt, hoewel geen enkele bij precies weet wat er zich allemaal afspeelt. 'Het is alsof je naar hersenen kijkt. De bijen vormen één superorganisme waarin het gedrag van alle individuen samen tot patronen leidt die gunstig zijn voor de kolonie.' Hoe dat precies werkt, wordt stukje bij beetje ontrafeld.


Het doet denken aan scholen vissen die plots met duizenden tegelijk dezelfde gracieuze wending nemen. 


Tibet


Of aan de honderden spreeuwen die geregeld een uurtje komen kwetteren in de twee hoge populieren achter mijn huis en dan ineens, zoeffff, eensgezind besluiten om elders te toeven eer de zon ondergaat.


Japans symbool voor vergankelijkheid.

Maar ook aan de tientallen zo niet honderdacht overeenkomstige boeddhabeelden in een tempel: talloos en eenmalig, traditioneel en uniek, tijdloos en vergankelijk…


Tibet


Religie spreekt van bestaande goden, boeddhisme van projecties. Behalve kunstvorm zijn de beelden en symbolen weinig meer dan richtingaanwijzers langs het pad dat een spiritueel mens aflegt.


Boeddhistische scholen en kloosters echter maken er graag religie en beroep van. Toch is het zoals de oude wijze opperde: ‘Niemand luisterde toentertijd ècht naar de boeddha, daarom hebben we nu boeddhisme.’  


Wellicht gaat dat op voor elke vorm van religie.


Als elke kerk en moskee kennen ook tempels regels en geboden. Kloostergemeenschappen waren door de eeuwen heen sowieso tuk op het maken van lijstjes met do's and don'ts – als ware het een soort spiritueel mens-erg-je-nietten.


Er bestaat een oude regel die stelt dat je een beeld dient te kopen op het atelier van de maker. Nederlanders vertalen dit vaak als ‘een boeddha mag je niet zelf kopen maar moet je krijgen’ – hetgeen wellicht iets zegt over Nederlanders. Uiteraard is de oude regel bedoeld om ontvreemding uit tempels te voorkomen. Stierf een familie of gemeenschap uit dan werden de sacrale voorwerpen en beelden standaard bij een tempel ondergebracht. 


Cambodja.


Vrijwel elk antiek religieus beeld begon aan omzwervingen door de mondaine wereld na roof of diefstal.


Ongetwijfeld kun je deze stelling ook omkeren: veel religieuze kunst ontstond dankzij roof en diefstal (van zwaar zwoegende bevolking). 


Eenmaal gestolen verdwijnt het gemeenschappelijke cultuurgoed meestal naar privé-bezit. Misschien is een openbaar museum als tijdelijke rustplaats, waar dan ook, zo gek nog niet – ook al verdwijnt en vergaat het nodige in de donkere gewelven die depots heten. Bijtijds ruilen of verkopen getuigt van een reële aanpak; niets is eeuwig, ook een museum niet, alles is vergankelijk.


Tijdens de droogte van 1899 kwam de Chinese bevolking in opstand tegen de maar liefst acht imperialistische nationaliteiten die hun land bezetten en tegen de buitenlandse reli-fanaten die hun traditionele overtuigingen verketterden.




Tegelijkertijd grepen Chinese elites de chaotische tijd aan om onderling allerlei machtsstrijden uit te vechten. 



De Chinese bevolking viel een kleine eeuw ten prooi aan machtsmisbruik en willekeur – iets dat ik wel eens vergeet bij het lezen over de latere, meedogenloze maoïstische rode brigade.


Soldaten van de acht verschillende bezetters.


Een van de verzetsgroepen heette Yihetuan – vertaald als Vuisten der Gerechtigheid en Eensgezindheid – wat leidde tot de westerse benaming bokseropstand. 


De opstandige boeren, gespeend van scholing en doordrenkt van bijgeloof, achtten zichzelf onkwetsbaar en waren bijgevolg makkelijk af te slachten en te manipuleren door zowel de keizerlijke als de buitenlandse machthebbers.


Shanghai

'U weet heel goed dat wij uitbuiters zijn. U weet heel goed dat we goud en metalen en later  de olie van de nieuwe continenten weghaalden en meenamen naar de oude moederlanden. Niet zonder uitstekend resultaat: paleizen, kathedralen, industriële kapitalen. En als er dan een crisis dreigde, waren er nog altijd de koloniale markten om het op te vangen. 



Formeel verleende het schatrijke Europa menselijke waardigheid aan al haar inwoners. Maar ‘mens' betekent in ons geval medeplichtig aangezien we allemaal profiteerden van de koloniale uitbuiting.


Wat een kletspraat: vrijheid, gelijkheid, broederschap, liefde, eer, land en wie weet wat nog meer. – Jean-Paul Sartre (Situation V)


Iedereen is medeplichtig omdat we er iets aan kunnen doen.

Na een kleine drie jaar werd de overwinning door de acht landen gevierd met een ‘orgie van plunderingen’ zoals een Britse krant het zonder omhaal opschreef. Paleizen en huizen werden ingenomen, bewoond en leeggeroofd door de buitenlandse soldaten, handelslieden, journalisten, avontuurlijke geldwolven en missionarissen. 


Met een bijbels citaat als titel – 'To the Person Sitting in Darkness' – schreef Mark Twain over de laatsten een bijtend essay dat een groot deel van 1901 in de Verenigde Staten voorpaginanieuws bleef. ’We zijn daar naar toe gegaan om te veroveren, niet om te verlossen.‘ Wij in dit geval waren maar liefst acht landen:



Engeland, Duitsland, Frankrijk, Italië, Japan, Oostenrijk, Rusland en de Verenigde Staten.



‘Na de Boxer Rebellion wees elke bezetter een andere nationaliteit aan als de ergste plunderaars. Een Amerikaanse diplomaat, Herbert G. Squiers, had voor z’n buit meerdere treinwagons nodig. Het Britse gezantschap beweerde publiekelijk dat de ‘plundering door Britse troepen op ordelijke wijze verliep’ – ze organiseerden elke middag een buit-veiling op het terrein.



‘Veel buitenlanders, waaronder Sir en Lady Claude Maxwell MacDonald en George E. Morrison van The Times, waren actieve bieders onder de menigte. Vele van de geplunderde voorwerpen belandden in Europa. De katholieke Noord-kathedraal werd een verkoopruimte voor gestolen goederen. De Amerikaanse generaal A. Chaffee verbood plunderingen door zijn soldaten maar het verbod viel vruchteloos.’ - wikipedia

Uit dit chaotische geweld kwam het Avalokitesvara-beeld naar Europa. Het bleef vrijwel onbeschadigd behalve dat de bijbehorende symbolen uit de handen verdwenen. 


The Peking to Paris Motor Race, 1907


Uit sporen in twee van de handen maak ik op dat deze voorwerpen niet zo zeer afgebroken dan wel met aandacht werden verwijderd. Mogelijk zijn ze apart geveild of zoekgeraakt tijdens het vervoer per handkar en schip.





Na veilingen en omzwervingen in Londen en Parijs vond het beeld uiteindelijk een toevlucht in het Wereldmuseum te Rotterdam.


 Op verzoek van de Bodhimanda stichting bracht de veertiende Dalai Lama in mei 2014 een bezoek aan de bovenverdieping om de uitgebreide tempelopstelling ceremonieel in te wijden, de zaal is namelijk aan hem opgedragen.



In zijn rol als spiritueel leider wordt Tenzin Gyatso geacht de bodhisattva-gedachte uit te dragen. Een groot deel van de Tibetanen vereert hem als een incarnatie van Avalokitesvara. Het zou daarom bedroevend, zo niet beledigend zijn hem te ontvangen in een sacrale zaal die geopend wordt met een beschadigd beeld van ‘hemzelf.’ Bovendien zou het hem en zijn gevolg ongetwijfeld herinneren aan het kapotslaan en vernietigen van de Tibetaanse cultuur door Mao’s Rode Brigade in de zestiger jaren. 


Foto Wereldmuseum

De zes handen waren leeg maar elke handstand gaf duidelijk aan dat er iets ontbrak. Op verzoek begonnen wij anderhalf jaar voor zijn komst naar het Wereldmuseum te zoeken in Nepal naar kunstenaars die het vakmanschap beheersten om de vijf ontbrekende symbolen opnieuw te creëren (een van de handen toont een mudra en blijft


leeg).

Hoe groter het beeld, des te kleiner het aantal vaklieden die een dergelijke opdracht aankunnen: het visualiseren en verwezenlijken in grote verhoudingen is een vak apart. 


Het manshoge beeld bestaat uit vuur-verguld brons. Na veertig jaar getuige te zijn geweest van antique finishing -technieken – waar ik me even zolang tegen verzette, tamelijk vergeefs – weet ik hetzelfde patina te krijgen. Het gevoel van kitsch bekroop gelukkig ook de curator, Lambert Verhoeven. 


Al pratend over mogelijke materialen en varianten binnen Tibetaanse kunst, kozen we uiteindelijk voor een volstrekt ander metaal: zilver. Om preciezer te zijn: zilver op natuurlijke wijze zwart geoxideerd – hetgeen een lustrum of wat langer duurt in de gecontroleerde luchtvoorziening van een museum.


Bij mij stond op dat moment bijgaand beeld voor ogen.




Op drie maandagen, als het museum gesloten is, nam ik maten, foto’s en afdrukken van elke hand – van binnen- en van buitenkant.


Op werkvloeren in Nepal werd de doos met documentatie welwillend bekeken – en terzijde geschoven. Het duurde even voor ik doorhad dat rotten in het vak alleen de hoogte van het beeld nodig hebben. 


Of de symbolen in Rotterdam daadwerkelijk in de handpalmen zouden passen, bleef onvermijdelijk een kwestie van boeddha zegene de greep. 


In het Wereldmuseum bleken de verhoudingen echter perfect te kloppen. Alle vijf symbolen pasten nagenoeg als toebehorend in de betreffende handen. Gelukkig wisten we ons hier verzekerd van de vakbekwaamheid van Paul Kolkman voor de laatste aanpassingen.


Rechterhand onder: open, gevend gebaar. 

(Varada mudra)



Rechterhand midden: het wiel dat Sakyamuni in werking zette met zijn leer. 

(Dharma chakra). 


Rechterhand boven: een bidsnoer met 108 kralen. Meditatieve toewijding. 

(Mala)


Linkerhand boven: een lotus groeit vanuit modder door donker water naar de oppervlakte om zich in zonlicht te ontvouwen. Symbool van verlichting. 

(Padme)


Linkerhand midden: 

Pijl en boog, aandacht en kennis.



Linkerhand onder: Een waterpot als symbool van ontkieming. 

(Kalash)



Ondanks de drukte om hem heen bleef de Dalai Lama tijdens zijn bezoek aan de bovenverdieping van het Wereldmuseum even stilstaan voor het grote beeld. 


Aan z’n gezicht af te lezen was het goed. 


Tijdens zijn bezoek laat hij wel drie keer zijn instemming blijken.


Movies

blog inhoud

Home

3 apr. 2016 18:59





All photographs and texts ©Kashba  Ais Loupatty & Ton Lankreijer.Webdesign:William Loupatty